Net als de AMD RX 470 en de RX 480 is de RX 460 een Polaris chip, al heet deze ‘Polaris 11’ in plaats van ‘Polaris 10’, wel houdt dat in dat alle nieuwe Polaris features ook aanwezig zijn in het betaalbare broertje. Ook de RX 460 heeft dus ook ondersteuning voor H.265/HEVC, HDMI 2.0b poorten, DisplayPort 1.3/1.4 met HDR ondersteuning waarmee je in de toekomst 4K en 5K schermen aan kan sturen met 120Hz of 96Hz HDR. Ook FreeSync is van de partij, een belangrijke feature voor betaalbare kaarten vanwege de voordelen die het biedt bij lagere FPS waardes en het feit dat FreeSync de komende jaren frequent voor zal komen in monitoren, ook bij betaalbare modellen.
Waar de RX 470 feitelijk een iets geknepen RX 480 was is de RX 460 duidelijk anders, en wellicht nog belangrijker: aanzienlijk minder krachtig, iets wat niet uit de benamingen is af te leiden. We stappen van 32 CU’s terug naar 14, waarbij de Stream Processors in zelfde verhouding schalen, en ook de TFLOP performance stapt in redelijk vergelijkbare verhouding terug. Dat de geheugenbus dan ook vergelijkbaar kleiner is lijkt dan een logisch gevolg. Base clock is iets hoger, boost clock is daarentegen weer redelijk vergelijkbaar. De doelstelling van de kaart wordt wederom duidelijk uit de presentatie van AMD: E-Sports performance.
Aandacht vooral voor de TDP waarde, want de AMD positioneert de RX 460 in de basis namelijk als een <75W kaart, wat zou inhouden dat je deze kaarten zonder PCI-e power aansluiting zou kunnen draaien. De XFX variant die je hier ziet maakt overigens wel gebruik van een 6-pin aansluitingen, al is het mij niet duidelijk waarom hiervoor is gekozen; de snelheden van de XFX zijn namelijk gelijk aan de referentiegetallen. Uitgaande van enkele AMD renders van de RX 460 lijkt het aannemelijk dat er uitvoeringen zullen komen binnen ITX formaat, low-profile uitvoeringen, en zoals genoemd PCI-e stekker vrij varianten.