Er zijn tal van manieren om een SSD te testen en onderlinge verschillen aantonen is geen bijzonder spannende aangelegenheid. Omdat brute lees- en schrijfprestaties ook zeker niet onbelangrijk zijn, bijvoorbeeld bij het overzetten van grote hoeveelheden data naar een SSD (bijvoorbeeld bij gebruik als externe SSD) kijken we naar de bekende AS SSD en/of CrystalDiskMark benchmarks waar je eenvoudig en snel mooie getallen tevoorschijn kan toveren wat betreft maximale snelheden. Daarbij kijken we ook naar het verschil tussen comprimeerbare data en niet comprimeerbare data, comprimeerbare data zorgt soms voor hogere snelheden, maar is minder representatief .
Het probleem met SSD’s is het in kaart brengen van gemeten verschillen in een praktische toepassing. Één van de eerste argument in het voordeel van SSD’s was het feit dat computers vele malen sneller opstarten met een SSD dan met een traditionele harde schijf, echter weet praktisch elke moderne SSD een systeem wel vlot te starten. Onderlinge verschillen bij dergelijk eenvoudig gebruik zijn in een directe vergelijking nog wel grofweg van elkaar te onderscheiden als we van budget SSD’s naar high-end SSD’s gaan, en van high-end SATA naar de nieuwe PCI-Express / NVMe SSDs, maar je moet wel van goede huizen komen als je aan de hand van opstart- of response snelheid geld durft te zetten op wat voor een klasse SSD er in een systeem zit waar je achter zit.
Toch moeten we vergelijken, dus gaan we kijken naar de schijven in een aantal scenario’s die daadwerkelijk gebruik van een schijf simuleren. Voor consumenten leggen we de nadruk op het overzetten van bescheiden hoeveelheden verschillende soorten data, en kijken we naar de ‘4K performance’, het lezen en schrijven van kleine blokken data welke een grote factor spelen bij het snelheids ‘gevoel’ bij dagelijkse taken waar gamers en thuisgebruikers mee zitten. Daarvoor voeren we een ‘4K Random Read’ test uit (100% read, 100% random), en een ‘4K Random Write’ test (100% write, 100% random). Daarbij leggen we voor het beoordelen de nadruk bij een lage ‘Queue Depth’, kort uitgelegd: SSD’s presteren beter wanneer ze een flinke portie werk gelijktijdig of in één keer kunnen verwerken dan wanneer ze minder kunnen stapelen. Precies die prestaties zijn praktisch relevant, en precies die prestaties zijn niet uit specificaties uit te lezen. Alle tests worden echter uitgevoerd op een QD van 1, 4, 8, 16 en 32.
Voor intensiever gebruik laten we er ook een Workstation en Database simulatie benchmark op los, waarbij de SSD flink aan het lezen- en schrijven gezet wordt om een zwaardere belasting te simuleren. Dit laatste is relevanter voor zeer intensief (hence: Workstation), zakelijk, of pro-sumer gebruik, maar voor gamers en consumenten uiteraard minder relevant. De Database test legt de nadruk op gelijktijdig gebruik door meerdere gebruikers/toepassingen en bestaat uit 8K blokken, 67% lees-acties, en 33% schrijf-acties. De Workstation test bestaat eveneens uit 8K blokken, meerendeels lees-acties, en bevat 67% random data. Hoewel alle SSD’s door de molen gaan wegen we de resultaten uiteraard zwaarder of lichter gebaseerd op de positionering van de SSD op de markt.
Let op! Gezien dit een nieuwe categorie betreft zal aan het test-proces nog worden gesleuteld.