Samsung 860 PRO review (256 GB, 512 GB en 1 TB)


We moesten even met onze ogen knipperen toen we zagen dat de 850 series SSD’s van Samsung al weer uit 2014 kwamen. 3,5 jaar inmiddels alweer voor de 850 PRO series (3 jaar en wat maandjes voor de EVO) en dat is toch een aardige eeuwigheid in technologieland. Op het moment dat wij dit online zetten brengt Samsung de ‘echte’ opvolgers uit, de 860 PRO voor de zakelijke gebruiker en de EVO voor de consument. Wat is anders? Een nieuwe controller, en daarmee ook Linux ondersteuning, vermoedelijk wat optimalisaties en vooral flink mooiere papieren wat betreft betrouwbaarheid.

Van de 860 EVO hebben we de 250 GB en de 1TB variant kunnen testen, daarnaast zullen er ook een 500 GB, 2TB en 4TB variant uitkomen. Van de 860 PRO hebben we de 256 GB, 512GB en 1TB variant kunnen testen, en ook daarvan zal een 2TB en 4TB variant beschikbaar komen. We bespreken de PRO series in deze review, van de EVO’s is een losse review beschikbaar. Mocht je beide lezen, excuses voor enig overlap maar veel is nu eenmaal van toepassing op beide nieuwe reeksen, we doen ons best het leuk te houden.


Uitpakken, bouw en features


Doosjes, harstikke leuk enzo maar feitelijk onderanderd vanaf de 850 Series behalve dat die 5 een 6 is geworden. Zit nog een boekje bij welke elke ‘pro’ user uiteraard van begin tot eind doorleest (If so, laat mij even weten of er nog wat leuks instond).



Ook de schijven zelf zijn nagenoeg onveranderd. Sterker nog, van voren zien we helemaal geen verschil en hadden we deze schijven in afgelopen reviews in een build geteased dan had niemand dat kunnen vertellen. We zien een klein verschil in de afwerking van de schroefgaten, that’s it. Maar de vraag is natuurlijk of het per sé anders moet, want het is juist die strakke, no-nonsense doch degelijke (want staal) uitstraling van de laatste generaties Samsung SATA SSD’s die veelal de doorslag gaf in builds met venster. Dat argument is voor deze serie voor professionals vermoedelijk iets minder vaak relevant dan bij de consumer EVO series, maar toch, ook de ‘pro’ wil soms een aantrekkelijke bak toch?






Het is geen onbekend feit dat het verschil tussen de betere SATA SSD’s nauwelijks uit te drukken is in feiten, dus subjectieve zaken zoals een chique behuizing versus een opvallende kleurrijke sticker gaan dan echt wegen. Het enige wat de PRO van de EVO onderscheid is dat het vierkantje onder ‘Samsung’ rood is in plaats van grijs, verder merken we niets op.

Specs en Software


De specificaties die Samsung opgeeft:



Aan de basis zien we een nieuwe controller die Samsung de MJX controller heeft genoemd. Veel inhoudelijk informatie geven ze er niet over (understatement) maar er is wel speciale aandacht voor Linux support. Als trouwe Windows boy kan ik daar weinig mee, maar ik weet dat er wat mensen erg blij mee zullen zijn. We zien net als in de 850 PRO 2-bit MLC V-NAND aan de basis staan. Wederom is er wat DRAM cache toegevoegd voor hogere burst snelheden, en aan de afmetingen zijn niet verwonderlijk ook geen veranderingen.

De geclaimde performance getallen zijn een lastig onderwerp. Soms worden specs door fabrikanten mooi uit de lucht gegrepen om een product beter te lijken dan het is, maar hier is het iets complexer. We zien wat kleine toenames ten opzichte van de vorige PRO, maar werpen we een blik op de EVO specs dan liggen die er toch verdacht dicht bij. Spieken we een beetje naar de testresultaten dan krijgen we toch het vermoeden dat de EVO specs wellicht ietwat voorzichtig zijn ingezet om een sterker papier-onderscheid tussen deze twee reeksen te behouden.

Verbruik specs liggen iets gunstiger dan de voorganger, ook gunstiger dan de EVO overigens, al ontbreekt ons de mogelijkheid om dergelijke verschillen te onderstrepen. Ook de temperaturen en schokken die de schijf aankunnen blijven onveranderd ‘ruim’.

Het is bij de MTBF, TBW en garantieperiode dat het echt interessant wordt. Een mean time between failures van 2.000.000 uur, is iets meer dan 83000 dagen, of iets meer dan 228 jaar. Hoe ze dat berekenen, geen idee, maar er zijn kennelijk standaarden voor. Echte garantie krijg je voor 5 jaar, tenzij je voor die tijd de TBW waarde weet te halen, en precies die waarde is waar de nieuwe PRO series echt een gat slaat. Met zijn voorganger, met zijn EVO broertje, en met naar mijn weten de voltallige lineup aan concurrenten. 300 TB TBW voor de 256GB variant is al extreem ruim, 4800 TB TBW voor de 4TB is simpelweg bizar. In theorie best mogelijk als je hem aan een torture test onderwerpt, maar een praktisch scenario waarbij je 4800 Terabyte, 4,8 Petabyte aan data wegtikt?

De vraag is natuurlijk: zijn die schijven dan ook echt zo veel keer beter geworden? Het antwoord lijken we te vinden in de woorden van Samsung zelf, die aangeven dat hun ervaring en vertrouwen de primaire reden achter deze verhoging is. Lees dus niet ‘de SSD is 2x-8x betrouwbaarder’, maar het neemt niet weg dat voor de meest intensieve schijfgebruikers de netto garantie nog wat ruimer is geworden.

Encryptie, ook van de partij, het praktisch volledige spectrum voor consument en prosumers.

Software


Voor we aan de slag gaan, even een blik op de software. Die is gelijk voor de PRO en de EVO drives overigens. We zien wat basic informatie over de gezondheid, wat we geschreven hebben (300GB alweer, jeez), je kan eventueel RAPID mode aanzetten (Werkgeheugencache) wat in theorie harstikke leuk is maar in de praktijk m.i. niet meer dan een mooie manier om bizar hoge nummers neer te zetten zonder dat je er echt veel van merkt, en bovenal: met wat risico’s.





Samsung houdt je handje vast bij wat andere opties zoals het benchmarken van je SSD en biedt wat geautomatiseerde optimisaties, maar onder de streep zijn het vooral handige features voor de leek. Meer bedreven PC users zullen dat ongetwijfeld zelf weten, of geen fabrikant tool nodig hebben om de schijf geheel leeg te maken. Voor veel mensen zal het dus vooral gewoon een firmware update tool zijn en een waarschuwing applicatie in geval dat er problemen gedetecteerd worden. Overprovisioning kan natuurlijk ook geen kwaad, maar ook hier gaat op: de bedreven gebruiker zal met een SSD vermoedelijk al ‘ruim’ ruimte vrij houden.

Testmethode


Let op: standaard verhaal voor alle SSD reviews, skip naar het volgende hoofdstuk als je dit nog hebt onthouden.

Er zijn tal van manieren om een SSD te testen en onderlinge verschillen aantonen is geen bijzonder spannende aangelegenheid. Omdat brute lees- en schrijfprestaties ook zeker niet onbelangrijk zijn, bijvoorbeeld bij het overzetten van grote hoeveelheden data naar een SSD (bijvoorbeeld bij gebruik als externe SSD) kijken we naar de bekende AS SSD en ATTO benchmarks waar je eenvoudig en snel mooie getallen tevoorschijn kan toveren wat betreft maximale snelheden. Daarbij sluiten we ook uit dat de SSD vals kan spelen met comprimeerbare data, iets wat vooral in het verdere verleden een rol speelde.

Het probleem met SSD’s is het in kaart brengen van gemeten verschillen in een praktische toepassing. Één van de eerste argument in het voordeel van SSD’s was het feit dat computers vele malen sneller opstarten met een SSD dan met een traditionele harde schijf, echter weet praktisch elke moderne SSD een systeem wel vlot te starten en is dat weinig graadmeter meer voor prestaties (wederom, in het verdere verleden een ander verhaal). Onderlinge verschillen bij dergelijk eenvoudig gebruik zijn in een directe vergelijking nog wel grofweg van elkaar te onderscheiden als we van budget SSD’s naar high-end SSD’s gaan, en van high-end SATA naar de nieuwe PCI-Express / NVMe SSDs, maar je moet wel van goede huizen komen als je aan de hand van opstart- of response snelheid echt geld durft te zetten op wat voor een klasse SSD er in een systeem zit waar je achter zit.

Toch moeten we vergelijken, dus gaan we kijken naar de schijven in een aantal scenario’s die daadwerkelijk gebruik van een schijf simuleren. AS SSD kent een drietal ‘real world’ (bewust tussen aanhalingstekens) benchmarks die we meenemen, en ook PC Mark 8 die een totaalplaatje schetst van het systeem met de bewuste SSD dient deze praktische doelstelling.

Het intensere vergelijken doen we met de complexe Iometer applicatie. Hierin kun je zelf vele soorten tests opzetten en fine-tunen, we testen op drie onderdelen: 4K performance voor het ‘typisch’ gebruik, 2M performance voor inzicht in consistente lees- en schrijfsnelheden, en Workstation en Database tests voor de meer zakelijke doeleinden. Gezien we met o.a. PC Mark 8 en AS SSD al een redelijk beeld kunnen krijgen van de verhoudingen wat echt typisch consumentengebruik betreft richten we met I/O meter op de prestaties van het primaire geheugen van de SSD. Sommige SSD’s combineren grotere hoeveelheden tragere TLC geheugencellen met een kleinere hoeveelheid duurdere SLC cache om zo een balans te vinden tussen opslaghoeveelheid, gevoelssnelheid en betaalbaarheid, eenvoudige gebruikers zullen zo enkel de hoge snelheid ervaren. Hoewel dat een begrijpelijke en voor die typische consument slimme zet is testen we met de I/O meter setup bewust het traagste deel om te achterhalen hoe de prestaties uitpakken bij meer langdurige belasting.

‘4K performance’ bestaat uit het lezen en schrijven van kleine blokken data welke een grote factor spelen bij het snelheids ‘gevoel’ bij dagelijkse taken waar gamers en thuisgebruikers mee zitten. Deze bestaat uit een ‘4K Random Read’ test (100% read, 100% random) en een ‘4K Random Write’ test (100% write, 100% random). We testen met een Queue Depth van 1, 2, 4, 8, 16 en 32. Daarbij leggen we voor het beoordelen de nadruk bij een lage ‘Queue Depth’ of QD. QD kort uitgelegd: SSD’s presteren beter wanneer ze een flinke portie werk gelijktijdig of in één keer kunnen verwerken dan wanneer ze minder kunnen stapelen. Dat laatste is praktisch het meest relevant en weegt dan zwaar in de beoordeling, terwijl het eerste juist het mooiste is voor de marketing afdeling van de fabrikant.

‘2M performance’ bestaat uit 2MiB blokken sequentiële data en geeft zo een beeld van de structurele doorvoersnelheden (langdurig grote blokken data wegschrijven of uitlezen). Ook hier testen we dezelfde QD’s al verwacht je daar minimale verschillen tussen te zien. In de totale beoordeling weegt deze relatief licht.

Voor intensiever gebruik laten we er ook een Workstation en Database simulatie benchmark op los, waarbij de SSD flink aan het lezen- en schrijven gezet wordt om een zwaardere belasting te simuleren. Dit laatste is relevanter voor zeer intensief (hence: Workstation), zakelijk, of pro-sumer gebruik, maar voor gamers en consumenten (inclusief foto en videobewerkers) flink minder relevant. De Database test legt de nadruk op gelijktijdig gebruik door meerdere gebruikers/toepassingen en bestaat uit 8K blokken, 67% lees-acties, en 33% schrijf-acties. De Workstation test bestaat eveneens uit 8K blokken, meerendeels lees-acties, en bevat 67% random data. Hoewel alle SSD’s door dezelfde molen gaan wegen we de resultaten uiteraard zwaarder of lichter gebaseerd op de positionering (consumer, Pro, etc) van de SSD op de markt.

Let op! Iometer resultaten zijn nooit 1:1 uitwisselbaar met die van andere reviews, daarvoor zijn te veel variabelen aanwezig.

Prestaties


We beginnen wederom met ATTO, waar we de mooie claims wat betreft topsnelheden werkelijkheid zien worden, we gaan er zelfs nipt voorbij. Het enige ‘probleem’, die verdomde EVO’s zitten er gewoon naast.



We we bovenal zien is dat al deze SSD’s feitelijk geknepen worden door het SATA protocol. 600MB/s in theorie, maar wanneer we zien dat alle vijf de SSD’s op de bit precies dezelfde maximale leessnelheid neerzetten kunnen we niet anders dan concluderen dan dat we tegen een hard dak aan hikken. Ik zou zeggen de limiet van de controller, of wellicht zelfs de harde limiet van wat welke SATA SSD dan ook gaat doen op ons platform.




Praktische benchmarks dan. AS SSD copy benchmarks tonen kleine verschillen, ze lijken wellicht wel groot in Megabytes, maar we praten over tienden en hondersten van seconden verschil om een paar honderd Megabyte over te zetten. Het zegt ‘iets’, vooral dat het cachen toch nog iets sneller lijkt dan ‘gewoon’ beter geheugen, maar praktisch?



Bij PC Mark 8, een benchmark met een praktische insteek, zien we de hele nieuwe Samsung reeks goed presteren, met feitelijk geen significant verschil tussen de PRO en EVO, en tussen de kleinere en grotere drives. Gezien je al van goeden huize moet komen om de verschillen tussen een mid-range en top-end SATA SSD te ervaren kunnen we met zekerheid zeggen dat je als gebruiker praktisch geen verschil gaat ervaren tussen deze twee schijven. En de hele suffe PC Mark 8 grafiek met praktisch elke SSD rond de 5000 is daar gewoon een goede indicator van. Als je een PRO overweegt omdat je denkt dat ‘alles dan sneller gaat’, no.



Iometer prestaties


Mooi als deze applicatie is, analyseren is soms een pittige klus. En het wordt nog lastiger wanneer we maar liefst vijf nieuwe schrijven tegen elkaar en een voorganger af proberen te zetten.



4K Random read en write prestaties zijn in de regel de meest relevante voor consumenten, en dan vooral bij lage QD waardes, maar ook zakelijke workstations zullen zich toch vaak in dat domein bevinden en we moeten die ‘betere’ scores niet onderschatten. Hierbij valt traditioneel op dat de kleinere capaciteit SSD’s ietwat achter blijven bij hun grotere broers en dat is hier niet heel anders. Bij een wat hogere QD bij het lezen halen ze hun broers bij en dan zien we ook voor alle vijf de SSD’s een redelijk harde cap. Bij 4K schrijven is het nog het vermelden waard dat de 250GB EVO ietwat achter blijft op middelhoge QD’s en de veeleisende zakelijke gebruiker zal zich dan wellicht och aangetrokken voelen tot een PRO drive, maar om dat echt te ervaren? Laten we het zo zeggen: je hoeft geen grotere SSD te kopen omdat je denkt dat die echt sneller voelt, en daarbij vragen wij ons stiekem af hoe een 500GB EVO zich zou verhouden in dat geheel gezien die prijstechnisch de 256GB PRO mogelijk weinig zal ontlopen, die drive hebben we dan net weer niet. Desondanks vinden we het positief dat de lijnen van de hele Samsung SATA line-up gewoon gunstig lopen naast de concurrenten; zelfs de NVMe WD Black doet het hier veelal minder, dus NVMe als protocol staat ook niet garant voor betere prestaties, de fabrikant heeft daar echt wel een grote rol in.

Sequentieel lezen en schrijven met 2MB blokken: de hele nieuwe reeks doet grofweg hetzelfde en het ontloopt de oude versie wederom weinig. Wel zijn ze door de bank genomen duidelijk sneller dan de niet-Samsung modules, maar als je echt om snelheid geeft steekt de 960 PRO natuurlijk echt uit als je daarvoor gaat. Oftewel als je plek hebt voor NVMe drives en dergelijke snelheid zoekt heb je daar een antwoord.



Database en Workstation loads dan. Het domein waar we de PRO’s eigenlijk een gat hopen te zien slaan:



Tja. Voorop: Alle Samsungs laten de rest achter zich, in dat opzicht heeft Samsung echt een duidelijk streepje voor vergeleken met de meeste andere drives, inclusief wederom de NVMe WD Blacks. Maar het gehoopte gat tussen PRO en EVO? Dat is lastiger zoeken. Die vinden we weliswaar al bij QD8 en QD16, in de onderstaande grafiek zie je dat iets beter, maar dat komt vooral omdat we in de standaard test de 860 EVO 1TB stiekem al een drop zien maken in een tot dan stijgende lijn. We zien dat de controller de cache van de EVO veelal weet te benutten om ogenschijnlijk even snelle drive neer te zetten, maar er zijn wel wat momentjes waarop de onderliggende ‘betere’ geheugencellen van de PRO net wat consistenter zijn.

Korte, zware belasting is dus niet voldoende om de meerwaarde echt aan te tonen, en je zal jezelf de vraag moeten stellen hoe waarschijnlijk het is dat je jouw SSD daadwerkelijk eindeloos volledig aan het werk zet; zelfs 15 minuten volle bak schrijven op de kleinste EVO is niet genoeg om performance inconsistenties te tonen. Sterker nog, in verschillende scenario’s doet een EVO het gewoon even goed of soms zelfs wat beter. Een Samsung PRO drive was al voor een redelijk specifieke groep pro’s, en die groep is er niet groter op geworden. Iedereen die twijfelt of ze eigenlijk pro genoeg zijn? Dikke kans dat je met de Evo meer dan genoeg in huis haalt.

Om dat iets beter in beeld te brengen zonderen we een paar SSD’s even uit in diezelfde grafiek:


Daar zie je net even dat dipje van de EVO die op sommige vlakken eerst nog even sneller leek. Het is een ‘probleem’ dat we heel ver moeten zoeken, maar ga je urenlang non-stop belasten is het wellicht iets om bij stil te staan. En hoewel we best vaak de woorden gebruiken dat ze praktisch even snel voelen kunnen we niet anders dan onderstrepen dat wanneer je in zwaardere situaties komt deze schijven gewoon a) erg goed, en b) consistent presteren.



Conclusie


Zoals we ook in de review van de EVO SSD’s schrijven heeft Samsung het zichzelf een beetje lastig gemaakt door hun vorige generatie eigenlijk al gewoon heel erg goed voor elkaar te hebben. Ruimte voor verbetering was er gewoon nauwelijks, en hoewel objectief een plus dat het gewoon een verdomd goede SSD is, nay: een top SATA SSD, maakt het het subjectief niet makkelijker om spontaan heel super enthousiast te zijn; dat een Tesla heel hard gaat wisten we inmiddels wel. Hoewel de nieuwe controller wat praktische zaken toevoegt, bijvoorbeeld Linux ondersteuning, is de nieuwe PRO verder niet heel anders dan zijn voorganger, maar dan net voorzien van wat mooiere papieren. In theorie zou de controller weliswaar nog wat voordelen bieden, maar het aantal scenario’s waar we winst zien is redelijk beperkt en al helemaal wanneer we een praktische bril opzetten.

De mooiere papieren zijn ook voor een deel marketing saus. Niet dat ze claims niet waarmaken, maar eigenlijk dat de EVO al ruim voorbij zijn specs presteert en in tal van doeleinden, ook voor tal van zakelijke voorbeelden, en de meerwaarde van de PRO nogal beperkt tot extreem zware scenario’s. We moeten dan denken aangebruikers met server achtige taken die dag in, dag uit worden gehamerd, of zij die dagelijks zwaar videowerk verrichten en deze drives als scratch disks willen inzetten. Ook ontbreekt de technische onderbouwing waar de inmiddels veel hogere geclaimde duurzaamheid vandaan komt; we kunnen ons lastig ontdoen van het gevoel dat Samsung eerder te voorzichtig is geweest in het verleden dan dat deze generatie echt 2-8x betrouwbaarder is, ondanks dat het realistisch lijkt dat een paar jaar ervaring verder er vast wat zaken zijn geoptimaliseerd. Maar hier vragen wij onszelf af of we niet enthousiaster moeten zijn over het feit dat de producten vermoedelijk al gewoon veel beter en betrouwbaarder waren dan de fabrikant zelf durfde te claimen? En als we daar over beginnen te klagen, hebben we inhoudelijk niets te klagen dan?

Err.. nee. Producttechnisch niet. Dat de 860 EVO’s voor de meeste praktische doeleinden al top SSD’s zijn en top presteren, plus inmiddels ook een TBW garantie boost hebben gekregen, maakt hooguit de doelgroep van de PRO nog wat kleiner dan voorheen. Maar het neemt niet weg dat voor die extreme doelgroep dit nog gewoon -de- SSD is. Dat we de definitie van ‘pro’ moeten vinden in de meest intensieve video scratchdiskers of praktisch in server domein maakt ze objectief niet minder uitstekend. Dat de echte (zij het kleine) prestatie meerwaarde van de PRO series enkel te vinden is wanneer we een SSD langdurig mishandelen is juist het hele argument dat deze schijven bestaan. Het staat niet ter discussie dat 2-bit NAND in een 860 PRO duurzamer is dan 3-bit NAND in een 860 EVO en dat wanneer je je schijven aan de alle hoogste standaard wilt onderwerpen, en daarvoor wilt betalen, de keuze duidelijk is.

Wel vragen we ons af hoe lang Samsung nog 256GB PRO series zal blijven maken, want prijstechnisch zal die de 860 EVO 500GB vermoedelijk weinig ontlopen, en beide delen een 5 jaar garantie en 300 TBW zekerheid; echt interessant worden ze dus pas wanneer een PRO op prijs niet concurreert met een dubbel zo grote EVO. Ook vind ik dat Samsung de garantieperiode eigenlijk wel mag verlengen, het wordt tenslotte goed duidelijk dat de praktische verschillen in een niche hoek liggen, en een dergelijk objectief sterk punt zou de PRO-series toch helpen, juist ook om de doelgroep wat te vergroten bij mensen die toch nog twijfelen tussen de twee. We willen namelijk ook zeker niet de indruk wekken met woorden als ‘beter’, want objectief is dit beter dan zijn consumenten broer, dat je je geneigd moet voelen om deze variant te kopen boven de EVO, of concurrent, vanwege die bewoording. Als je twijfelt of je in die extreme groep hoort is het antwoord vermoedelijk ‘nee’, en als je denkt dat je pc sneller gaat starten of dat je laptopje voor je werk echt langer mee gaat vanwege de extra investering? Praktisch: nee.

We vermoeden desalniettemin dat we de nodige 860 PRO-series SSD’s zullen zien in systemen van mensen die gewoon geen genoegen nemen met minder dan ‘het beste’. Redelijkheid gebiedt ons te zeggen dat voor de meeste gangbare taken deze schijven echt overkill zijn, al kennen ook wij het aangename gevoel wanneer je gewoon net even wat beters koopt (al doen we daar de EVO series en menig concurrent feitelijk mee te kort). Dat neemt echter allemaal niet weg dat voor de meest intensieve doeleinden, de aller zwaarste gebruikers onder ons die hun SSD’s echt dagelijks keihard aan het werk zetten nu zelfs een meervoud van de schrijfacties mag maken voordat je uit de garantie vliegt; de TBW waardes die je mag behalen zijn tenslotte stevig hoger dan vorige generatie. En laten we vooral die SATA-pushing prestaties niet volledig vergeten he; NVMe’s zijn weliswaar sneller, en zeker de 960 PRO steekt er met kop en schouders bovenuit, echter wanneer je een SATA drive nodig hebt koop je daar weinig voor. Hij krijgt het label ‘aanrader’, maar neem onze opmerkingen over de echte doelgroep wel ten harte.



Enkele hogere res fotos voor de liefhebber, klikken voor de volledige versie:

Over Stephan
Stephan en Nada kennen elkaar dankzij online gaming en een liefde voor toffe tech. Tegenwoordig houden zij elkaar bezig met maken van reviews van computer hardware. Hun doel: Uitgebreide reviews die je een realistisch beeld geven van wat je van het product mag verwachten.