De weg naar het interieur beginnen we met het verwijderen van de zijpanelen, deze zijn voorzien van duimschroeven die blijven hangen, lekker praktisch. Afwerking van het zijpaneel ziet er ook keurig uit. Ook het voorpaneel klikt eenvoudig los en dit brengt ons bij het grote stoffilter aan de voorzijde. Deze zit met magneten vasten laat zich dus eenvoudig onderhouden.
Het binnenwerk is keurig, en je ziet direct dat alles stuurt naar een strakke, mooi afgewerkte build. Een no nonsens primaire ruimte, een grote afdekking van je voeding en 3.5” HDDs, en daarbij een directe front-to-back airflow. Aan de voorzijde is ruimte voor twee ventilatoren of een 240mm of 280mm radiator, uiteraard past de NZXT Kraken X61 hier precies in. Achter de uitsparing met het Razer logo zien we aardig ruimte voor kabels. Geen rubberen grommets of iets dergelijks, maar gezien de constructie is dat ook niet nodig.
De grote PSU cover is niet alleen strak voor het oog, maar ook verdomd praktisch. Geen modulaire voeding? Of een minder aantrekkelijke voeding? Hoppa, weg. (Nou ja, je ziet de uiteindes van de kabels natuurlijk nog, maar het kan zo maar een paar tientjes schelen). Op die cover vinden we twee 2.5” bays met gaten er achter waar de kabels direct kunnen verdwijnen. Aan de voorzijde van de cover zien we wat ventilatieroosters. Alles lijkt er op te richten dat je eenvoudig een ‘nette’ build kan maken.
Intern vinden we de twee standaard aanwezige ventilatoren, ééntje achterin, en ééntje bovenin. Als je niet van plan bent waterkoeling toe te voegen, of extra ventilatoren, doe je er vermoedelijk verstandig aan één van die twee naar de voorzijde te verplaatsen als intake.
De achterkant van het binnenwerk is niet minder indrukwekkend dan de primaire ruimte: Strak, meer dan zat ruimte voor kabels, en een flink aantal plekken om je tie-wraps aan te binden. Onderin zien we ruimte voor twee 3.5” drives.