Tijd voor deel 2 van het stukje achtergrond over muizen, en ons gebruik daarvan. Vorige keer bekeken we de manier van vasthouden, vandaag bekijken we naar de werkelijke prestaties van een muis, en vooral ook de vraag ‘wat heb je eraan’. Voor een deel proberen we hier informatief te zijn, en voor een deel als ondersteuning bij onze muis reviews zodat de onderwerpen die in de prestatie tabel daar te vinden is eenmalig uitgelegd kunnen worden. Cooler Master was zo vriendelijk een setje muizen op te sturen met de zeer uiteenlopende eigenschappen die we nodig hebben voor deze stukjes. Variërend van de betaalbare middenklasser met lasersensor (de Mizar) tot de twee optische topmodellen (De MasterMouse L en de Sentinel III, de één ergonomisch en de ander niet) en de vreemde eend in de bijt: de Xornet II.
Van links naar rechts: De Sentinel III, de MasterMouse Pro L, de Mizar en de Xornet II
Een accurate muis is natuurlijk cruciaal voor gaming, maar ook grafisch ontwerpers en zij in andere markten waarbij pixel-precies werken aan de orde is doen er goed aan om een goede muis uit te zoeken; niets is frustrerender wanneer je pijltje ergens anders heen gaan dan je bedoelde. We richten ons hier primair op het gamen gezien die specifieke gebruikers muizen nog zwaarder belasten, maar ook niet gamers moeten de waarde van muis prestaties niet onderschatten. Natuurlijk maakt deze informatie allemaal geen pepernoot uit als je enkel wat sites bezoekt of je mail op je pc doet, dus als je niet verder komt dan dat koop je lekker wat je mooi vindt. Ben je wel gamer of grafische werker en heb je alsnog zoiets van ‘het zal wel’ en zit je niet te wachten op te veel uitleg, dan kan je met een muis met één van de volgende sensoren bijna niet mis: PMW3366, PWM3360, PWM3988 of PWM3310 als fanatieke gamer, en zelfs de mega populaire Avago ANDS-A9800 laser is nog altijd prima voor vrijwel iedereen (muv de echte die-hard fps gamers). Er zijn er meer, maar dit is een mooi uitgangspunt als je geen zin hebt om te veel na te denken.
Nu is er veel te vinden over sensoren, die dingen in een muis die zorgen dat bewegingen goed worden geregistreerd, en hebben de meeste gamers vast wel eens een lijstje gezien met ‘perfecte’ sensoren (waar bijvoorbeeld de MasterMouse Pro L (3360) of Sentinel III (3988) in mogen staan) , of in elk geval een artikel over “laser boo, optisch yay!”. Omdat ik het (muis)wiel niet opnieuw ga uitvinden gaan we de materie simpelweg nuchter benaderen en vooral richten op wat nou praktisch relevant is, en natuurlijk hoe je dat om kan zetten in een betere aankoop, en dus niet ga verdiepen in de eindeloze theorie erachter. Zo zetten we meteen een streep door het concept laser versus optisch; een theoretisch interessante discussie met slechts een beperkte praktische toevoeging. Wel kunnen we duidelijk stellen dat de beste sensoren van vandaag allemaal onder de noemer ‘optisch’ vallen, maar het labeltje ‘optisch’ betekent niet automatisch dat een sensor beter is dan een ‘laser’ sensor. Een speciale uitzonderingspositie gaat naar de Darkfield lasers die bijvoorbeeld goed kunnen tracken op transparant glas, iets waar typische (gaming) sensoren moeite mee hebben. Het feit dat je weinig kan met een optisch of laser label, en marketing bij game muis fabrikanten primair is gericht op extreme DPI waardes (wat dus echt geen pepernoot zegt over de prestaties) en niet op echte relevante prestaties, maakt het kiezen van het geschikte model dus erg lastig; er zit weinig anders op dan (veel) reviews te lezen.
Links de onderzijde van de Mizar met ADNS-9800, rechts de 3360 van de MasterMouse; van buitenaf kan je er dus weinig van zeggen.
Twee muizen met een perfecte sensor: Sentinel III en MasterMouse Pro L
In een ideale wereld pakt een muis elke handbeweging tot in het kleinste detail perfect op, in de praktijk is dat niet zo. Hoewel er meer en meer muizen zijn die geen grote steken laten vallen nemen we wel de meest cruciale issues even door:
Jitter:
Jitter is vermoedelijk de grootste boosdoener in muisprestaties, vooral bij diagonale lijnen zie je slechte sensoren in plaats van een mooie lijn in trappen oplopen; een drama tijdens gamen, maar ook beeldbewerkers of ontwerpers zullen moordneigingen krijgen van dergelijke problemen waar je pijltje simpelweg niet heen gaat waar jij wil. De oorzaak kan een slechte sensor zijn, maar ook de implementatie (hard- en software) van de fabrikant kan een rol spelen. Resultaat: hinderlijke prestaties voor gamers en all-round gebruikers. Waarom sensoren met noemenswaardige jitter op de markt bestaan? De prijs uiteraard. Gelukkig is het niet iets wat je in veel degelijke gaming muizen tegen komt, uitgezonderd op extreme DPI instellingen.
Jitter in beeld, je mag één keer raden welke van de twee van een goede ADNS-336X sensor komt:
Jitter-correctie / anti-jitter:
Omdat meuk sensoren over het algemeen dus goedkoop zijn, en er een grote vraag is naar budget muizen (6 euro ‘game muis’ bij de Action anyone?), is het interessant voor fabrikanten deze in te kopen en de problemen te verhelpen met ‘slimme’ firmware. Zo kan een muis bijvoorbeeld die kleine trillingen in het signaal tegen gaan met een correctie. Ergens verwant aan ‘smoothing’ (komt zo) maar het resultaat is dat sommige sensoren piepkleine bewegingen niet registreren omdat het binnen die foutcorrectie valt. Resultaat: alsnog niet ideaal ook voor niet-gamers.
Smoothing:
Feitelijk een ‘afwijking’ in dezelfde categorie, maar dan een meer geavanceerde vorm van beredeneren wat de gebruiker nu echt wil bereiken met elke beweging, of in feite het vertalen van de geregistreere beweging in één mooie soepele beweging. Smoothing is meestal bijzonder lastig vast te stellen en menig gamer zal nimmer door hebben of een muis smoothing toepast of niet; het is namelijk ook de correctie vanuit de hardware in de muis om evt minuscule afwijkingen op te vangen door aan de hand van een aantal gemeten punten de exacte weg door te geven aan de USB poort. In de praktijk zorgt het veelal voor een muis die heel mooi doet wat jij lijkt te willen doen, niet wat jouw hand precies doet; iets wat ergens niet echt slecht klinkt toch? Het nadeel is echter dat deze berekening tijd kost, en de muis dus een paar milliseconden vertraagd (of kan vertragen). Merkbaar of niet, het is een aandachtspuntje voor de meest fanatieke gebruikers.
Prediction:
Ook deze valt in dezelfde categorie, maar ditmaal is de correctie meestal weer wat zwaarder en makkelijker meetbaar. Predicition houdt in dat je muis probeert te beredeneren welke kant je op wilt, veelal in eenvoudige termen als ‘horizontaal’ of ‘vertikaal’, en kleine afwijking daarvan op wil vangen met het idee dat je vast een rechte lijn bedoelde. Dit leidt tot muizen die kaarsrechte lijnen trekken zelfs als je hand dat niet doet. Nu is dat niet per sé dramatisch in kleine hoeveelheden, en soms kan het ook gewenst zijn (of is het een optie in de software). Echter sommige muizen (veelal instappers) maken er een potje van en trekken een rechte lijn terwijl je onder een hoek van 15 graden diagonaal loopt; ook dit is niet ideaal als je voor die headshots wilt gaan, noch als je in photoshop een precies lijntje probeert te trekken. Samen met jitter is zware ingebouwde prediction dus een echt focuspuntje voor iedereen die een accurate muis zoekt.
Prediction in beeld:
Acceleratie:
Dit is een interessante, en het grote argument waarom men laser sensoren soms afkat. De populaire lasersensoren zoals de ADNS-9800 (die bijvoorbeeld zit in de CM Storm Mizar) hebben namelijk een beetje last van acceleratie (of pak een ADNS-9500 muis en je kan echt lachen). Acceleratie, positief of negatief, zorgt dat de geregistreerde afgelegde afstand in pixels veranderd wanneer je de muis heel snel of juist traag over de mat schuift, en voornamelijk bij –echt- snelle bewegingen die gamers maken. Het is de meest eenvoudige afwijking om vast te stellen, en een onderwerp waar veel mensen heel hard over roepen, maar het is m.i. praktisch de minst relevante zolang je geen low-sense FPS gamer bent (en daarbij: er zijn ook muizen met dezelfde ‘perfecte’ optische sensor die alsnog wat acceleratie vertonen…). Als je mij vraagt is het zelfs een totale non-issue voor iedereen behalve de (semi) CS Pro, maar laat het duidelijk zijn dat dat een mening is. Nog leuker, menig muis software biedt de functie om dit bewust aan te zetten, en dit is ook precies wat de ‘enhanced pointed precision’ instelling in Windows doet.
Als je dan een muis vindt die die de bovenstaande punten goed doorloopt dan kan je in feite spreken van perfecte prestaties. Maar wat zijn dan de verschillen tussen die muizen met de ‘perfecte’ sensorprestaties? De realiteit is dat het voor de meeste mensen vrijwel onmogelijk is om het verschil tussen bijvoorbeeld een 3310, 3988 of 336X te merken, en dat discussies tussen fanaten veelal grotendeels theoretisch en maar voor een klein beetje praktisch relevant zijn, tot zover het bovenstaande dat al niet was! Ik kan echter wel stellen dat de fanatieke (maar niet dik betaalde pro) gamer op dit punt vooral zichzelf te verwijten heeft als hij/zij een headshot mist, en dat het niet de falende hardware is.
Toch zijn er drie factoren om nog rekening mee te houden:
(Tracking) speed:
Hoewel in de huidige generatie top sensoren de tracking speed geen beperking meer is speelt het in het middensegment nog wel. Een sensor kan zich namelijk perfect gedragen, maar toch een beperkte maximum snelheid kennen. Zowel de tracking als absolute snelheid is primair relevant bij hoog niveau CS:GO, en tot op zekere hoogte relevant bij andere competitieve e-sports. Een normale gebruiker zal zelden bij of boven de 3 meter per seconde komen, iets waar weinig muizen ook moeite mee hebben. Vanaf dat punt zijn er wel sensoren die tot daar perfect functioneerden, maar op dat moment de beweging niet langer kunnen bijhouden. Met de Mouse Tester applicatie kan je de snelheden bekijken die je maakt, dus een leuke tip als je denkt dat je een snelle muizer bent. Kom je daar boven de 3m/s uit, dan is het wel raadzaam om op dit puntje te gaan letten bij je nieuwe muis.
Interpolation:
Dit is een interessante, en soms ook een lastige om vast te stellen, maar gelukkig is er genoeg bekend over de meeste gangbare sensoren dat je niet elke muis bij elke mogelijke instelling hoeft te testen. Een sensor heeft namelijk ‘native’ DPI instellingen, DPI instellingen die ‘zitten ingebouwd’ in de sensor (vertaal ik even heel slecht), terwijl je in de software vaak eindeloos veel mogelijkheden hebt. “Interpolation” is de manier waarmee dit wordt opgelost, maar vaak is het zo dat dankzij dat trucje de prestaties op niet-standaard instellingen dan achterblijven. Het broertje van de CM Storm Mizar, de Alcor, was zo’n voorbeeld met een Avago ADNS-3090 die in theorie wel perfect is, maar het best op specifieke DPI instellingen kan worden gebruikt. In dit geval werd er dan ook geen software meegeleverd om Interpolation te voorkomen, iets wat we vaker zien (soms mooi ingepakt met een “plug en play” verhaal). Het is overigens vooral op dit punt dat de betere sensoren van dit moment, zoals de 3366/3360, verbetering bieden ten opzichte van de ‘oude’ generatie ‘perfecte’ sensoren, waarbij de nieuwere sensoren zelf veel meer tussenstappen ‘native’ aankunnen en dit probleem dus langzaam van de kaart verdwijnt.
Lift off distance:
LOD is simpelweg hoe ver je de muis op moet tillen zodat de muis geen bewegingen meer doorgeeft. Hoe lager hoe beter zou je denken. Echter kan een –te- lage LOD weer leiden tot tracking problemen bij sommige oppervlaktes, wat dus ook niet ideaal is. Daarom is het in sommige muizen dan ook mogelijk deze (iets) aan te passen. De vuistregel is echter: max 2mm is keurig. Ook richting de 3mm waar veel muizen zitten zal zelden iemand iets merken, maar veel hoger is, intensieve gebruikers bekeken, ongewenst. Sommige Philips Twin Eye sensoren, die zitten niet in de hier getoonde muizen overigens, hebben zelfs een specifieke bug met betrekking tot de LOD: deze verspringen namelijk een aantal pixels bij het optillen of neerplaatsen (de zogenaamde z-axis bug). Erg jammer gezien het verder interessante sensoren zijn, maar zo zie je dus dat voor specifieke gebruikers (zij die de muis optillen) een verder keurige sensor nog altijd niet ideaal hoeft te zijn.
Één element hebben we dan nog niet besproken, en dat is de DPI waardes waar feitelijk elke fabrikant mee roept hoe goed de prestaties wel niet zijn. De 8200 DPI van de ADNS-9800 was al waanzin jaren geleden, en tegenwoordig zien we zelfs muizen met 10000, 12000 of 16000 DPI. Nu vinden de marketeers van de vele muisfabrikanten het vast niet leuk als ik het zeg, maar als er iets echt he-le-maal niet relevant is in muis prestaties is het wel de maximale DPI instelling (die sowieso vaak enkel met behulp van interpolatie wordt bereikt en dus flut prestaties biedt). Met extreem hoge resolutie schermen kan het –soms- nog wel eens nuttig zijn om iets richting de 3000-4000 DPI in te kunnen stellen, maar voor verreweg de meeste gebruikers is alles boven de 1600-2000 compleet nutteloos. De enige meerwaarde van die DPI waardes is dat je vooraf soms kan raden welke sensor er is gebruikt, en daarmee een verwachting kan scheppen over de prestaties op bruikbare DPI instellingen. –Het- getal waar dus de meeste focus op ligt is dus praktisch het minst relevante!
Samengevat:
Er valt dus genoeg te zeggen over muisprestaties en sensoren (en dan hebben we nog lang niet elk detail besproken!). De realiteit is en blijft dat voor veel gebruikers het vooral een theoretische discussie is met beperkt praktisch nut, en sommige onderdelen gaan zelfs dusdanig ver dat ik ze ook voor intensieve gebruikers theoretisch wil noemen. Er is met een praktische blik bijna geen goede reden om de prestaties van een specifieke muis –niet- in een kort tabelletje samen te vatten, iets wat we dus in elke muis review ook gaan doen.
Toch zien we dat de betere muizen vaak meer bieden dan alleen goede prestaties, bijvoorbeeld een mooie featureset, een betere coating of betere knoppen, terwijl je ook pas in die all-round wat betere muizen vaak de betere sensoren tegen komt. Theoretische discussie terzijde is het dus uiteindelijk alsnnog wel de moeite om gewoon te investeren in een goede muis met op elk vlak goede kwaliteiten. Waar moet je dan nog meer op letten bij het zoeken van een geschikte muis? Daar gaan we volgende week mee verder!
[wpdevart_facebook_comment curent_url=”http://www.techtesters.eu/muizengids2-sensoren/” title_text=”” order_type=”social” title_text_color=”#000000″ title_text_font_size=”1″ title_text_font_famely=”monospace” title_text_position=”left” width=”100%” bg_color=”#d4d4d4″ animation_effect=”random” count_of_comments=”10″ ]