Beide muizen komen met een softwarepakket met vergelijkbare features. De Pro X heeft een wat uitgebreidere (luxere) profielfunctie waarbij je de 8 profielen kan selecteren aan de onderzijde, terwijl de Pro S het met een enkele switch en LED moet doen, maar de functionaliteit is verder gelijk. De software is om het zacht uit te drukken wat spartaans, maar werkt opvallend vlot. Kleine onhandigheidjes in de interface (zo zitten DPI instellingen onder het settings-wiel onderaan, terwijl de lift-off weer onder de ‘settings’ banner bovenaan zit, en kleine schoonheidsfoutjes (zie screenshot met overlappende tekst) doen de software wat goedkoop aanvoelen maar het is een eenvoudig en vooral vanzelfsprekend pakket.
Functies sleep je simpelweg naar de gewenste knop (per profiel uiteraard), waarbij je kan kiezen tussen flink wat standaard windows opties en de meeste toetsen op je toetsenbord. Op uiterst volwassen wijze uiteraard gebruik gemaakt van de optie om wat 10-letter zinnetjes te maken in de software. Macro functionaliteit is ook van de partij.
Hoewel onnodig gesplitst van elkaar zien we wel de cruciale prestatie aanpassingen: DPI, Lift-off distance, gevoeligheid van de analoge horizontale scroll, functie van de DPI switch, gevoeligheid van de sniper knop, polling rate aanpassing (125Hz-1000Hz) en de ‘angle snap’; waardeloos voor FPS games, handig als je soms een superrechte lijn moet trekken o.i.d.
