Samenvatting
De A1 is een echte In Win en een echte ITX case. Dat wil zeggen: chic, degelijk, ruimte voor typische systemen (inclusief dikke GPU) maar niet veel meer dan dat, en daarbij de bekende kanttekeningen dat je een beetje moet nadenken over wat je in gaat bouwen en hoe je de koeling op gaat zetten (meer voor de CPU dan GPU overigens). Het ontwerp is in elk geval gedurfd en anders-dan-anders, de Qi lader bovenop is leuk, en hoewel de prijs heel fors lijkt valt het best mee als je bedenkt dat hier al een 600 Watt voeding bij inbegrepen zit met kabels precies afgestemd op deze case. Als gevolg is het kabelmanagement voor zo’n klein kastje erg goed te doen. Al met al een leuke, opvallende extra keuze erbij voor de liefhebbers van een maatje minder: 8,5/10.
In Win A1 review
Voor onze laatste In Win review moeten we weer even terug in de tijd, meer dan twee jaar zelfs. Oftewel hoog tijd om te zien wat onze glas-en-aluminium kunstenaars aan het doen zijn tegenwoordig, en dat gaan we doen met de zojuist in Nederland aangekomen In Win A1 behuizing. Een ca 200 euro kostende ITX behuizing die vooral opvalt met zijn RGB actie onderop, en draadloze Qi lader bovenop.
200 euro?! Correct, maar daar zit dan een In Win 600W 80 Plus Bronze rated voeding met kabels specifiek afgestemd op dit model (lengte, Qi lader eraan). Dat zou in elk geval een bekend puntje van menig ITX build, het inbouwgemak, al een positief zetje moeten geven, plus dat een beetje voeding die wij normaliter van de plank zouden pakken toch ook al snel een tientje of acht kost.
Specificaties
Een blik op de specs:
De A1 is een redelijk doch niet extreem compacte ITX case. Een specifiek woord hebben we er niet voor, maar het ligt redelijk nabij de bekende ‘shoebox’ maten, oftewel vrij laag en diep waardoor full-size videokaarten erin passen. Ruimte voor stevige koelers is er ook, maar vooral opslagmogelijkheden worden beperkt door de afmetingen; 2x 2.5” (bovenop eventuele M.2 SSD’s) en geen ruimte voor 3.5” harde schijven.
Zoals gezegd is het meest opvallende dat de voeding er al bij in zit.
De buitenkant
We krijgen een doosje, niet te gek groot, met daarin een ziplock zakje, wat schroefjes, wat rubberen stripsals voetjes, een stukje metaal welke als GPU holder kan functioneren, en een SATA power adapter die enkel nodig is wanneer je geen RGB header op je moederbord hebt. Wel een beetje apart: geen handleiding. Lekker zelf downloaden? Sorry, maar voor een behuizing, zeker voor deze prijs en zelfs gezien het feit dat het allemaal eigenlijk vanzelfsprekend is, een twijfelachtige besparing.
En daar is het beestje. Voor de A1 volgers van het eerste uur opvallend dat de houten afwerking die in een vroeg concept naar voren kwam niet langer aanwezig is (zoals ik heb begrepen iets te maken met (Europese?) regelgeving), maar voor iedereen anders toch een opvallend beestje vanwege de transparante (kunststof) onderzijde. Straks gaan we de RGB uiteraard bekijken, maar dit is dus één van de core features, wat In Win een ‘floating design’ noemt.
Kwalitatief is het zoals we van In Win verwachten allemaal netjes en ook de afwerking is, wederom zoals gewend van ze, goed voor elkaar. Strakke randjes, net stuk aluminium afwerking van het frontpanel, en eigenlijk geen element wat er negatief uit steekt. Geen tank van een case, dat zou ook niet gewenst zijn als je hem bijvoorbeeld voor LAN parties in wilt zetten, maar wel gewoon netjes. Van mij had de grote circel bovenop om aan te geven waar de Qi lader zit wat minder opvallend mogen zijn, maar laat ik dat subjectief noemen. Twee USB 3.0 poorten en geen Type-C poort is te begrijpen gezien het aantal ITX borden met de daarvoor benodigde header.
Zijkanten zijn ook gewoon netjes. Glas wat in het frame valt, handige In Win branded dopjes erop (al kan ik mij voorstellen dat iemand ze liever ‘strak’ had gezien dan ‘praktisch’), en ook de rechter zijde met honinggraad ventilatie valt positief op. Eén ding is zeker: dit is geen dertien-in-een-dozijn case.
Achterop, vrij typisch, zoals vaker met een verlengde stroomaansluiting richting de voeding.
De onderkant gaan we uiteraard wel even bij stilstaan, want niet alleen is het een grote RGB strip, maar we zien ook dat er ruimte is voor twee 120mm ventilatoren of een 240mm radiator (mocht dat passen met je GPU). Het geheel is gefilterd, al valt het filter op als vrij grof: goed voor airflow, minder tegen stof.
De binnenkant
We werken naar onze build toe, dus beginnen met het afbouwen van het geheel. Zo halen we de hele onderkant er eenvoudig af voor een duidelijker beeld.
Praktisch positief zijn de dopjes op het glas, die trek je eruit en vervolgens komt het paneel los. Veel sneller kom je een case niet in om hem bijvoorbeeld even schoon te maken.
De andere zijde vereist wel twee duimschroeven overigens, maar die biedt vooral toegang tot de SSD’s.
Binnenin is het een knusse aangelegenheid en een indeling die ook redelijk vanzelfsprekend zal zijn. Er valt niet heel veel op om stil bij te staan. Uiteraard valt de standaard aanwezige voeding wel op, en het blok voor de Qi ladfer, plus dat we nog een 120mm fan of radiator achterin kwijtkunnen, maar het is vooral redelijk vanzelfsprekend waar In Win heen wil: ITX bord, koeler erop, videokaart erin, en gaan.
Het enige wat een beetje afwijkt van die standaard is de extra ventilator die je aan de zijkant, die van de achterkant wat beter zichtbaar is. Daar zien we tevens de twee SSD brackets zitten (al zou je een 2.5” mechanische drive kunnen plaatsen).
Onze build
Na enig overleg en stoeien gingen wij voor de volgende build:
– ASUS X470-I Gaming ITX moederbord
– AMD Ryzen 5 2600 CPU
– AMD Wraith Spire RGB (de stock koeler van de Ryzen 7 2700, identiek aan de Ryzen 5 2600 stock koeler, maar dan voorzien van een RGB randje)
– 16GB Crucial Ballistix RGB werkgeheugen
– ASUS ROG Strix GeForce GTX 1080
– Samsung 860 EVO SSD
– 2x In Win Polaris RGB fans (in zicht, geen ventilatoren in de bodem)
Dankzij de RGB chain van de Polaris fans konden de twee fans, de stock koeler en de RGB strip onderop de behuizing op het RGB kanaal van het moederbord worden aangesloten, want met een ITX bord heb je niet bepaald headers te over.
Inbouwen is redelijk vanzelfsprekend, maar af en toe wel een beetje gepriegel gezien de afmetingen. Zo kan je bijvoorbeeld lastig bij de ventilator nadat de GPU erin zit, en de GPU zelf past wel maar die kregen we er alleen in als we de ventilator achterin even loshaalde om hem er diagonaal in te steken. Het is allemaal net aan. Kabelmanagement is vervolgens vooral de PSU kabels bovenin naar boven drukken, maar een kleine overlap van het geheugen voorkomen is pittig.
Verder merkten we op dat In Win zelf welliswaar een dergelijke GPU op hun stock fotos gebruikt, maar dat de GPU holder (dat metalen balkje) in dit geval niet lekker uitkwam (en die plaatsen/verwijderen nadat de GPU erin zit kan je vergeten). Typische kleine ITX dingen dus dat een kleine aanpassing soms wat meer voeten in de aarde heeft, maar het is allemaal prima te doen.
Sidenote: prachtig bordje die Asus X470-I Gaming overigens.
Met AIDA64 zette we zowel de CPU als de GPU vol aan het werk. De videokaart deed zoals vaker rustig zijn ding op 74 C en zonder dat we daar wat van hoorde, deels te danken aan het feit dat de CPU koeler wel redelijk aan de bak moest. Met 42 dBA op 50 centimeter van de (gesloten) case zagen we de temperaturen oplopen tot 81C met een zware all-core belasting (ter info: 54C op het moederbord).
Met 40 C op het moederbord in idle is het totaalplaatje op zich gewoon prima praktisch bruikbaar, maar 81 / 54 C is eigenlijk hoger dan ik graag zou willen zien voor een systeem dat frequent intensief wordt gebruikt. De vraag is dan: Kunnen we daar wat aan doen? Nou, ja. Om te beginnen een dikkere koeler dan een stock koeler, het liefst één die helpt warme lucht naar buiten te blazen in plaats van rond te pompen, precies wat de GPU nu ook doet. Een tower of een 120mm AIO wellicht voor een high-power CPU. Backup plan twee is het toevoegen van een intake ventilator onderin, en het omdraaien van de ventilator aan de zijkant; momenteel is de afvoer van hitte tenslotte het probleem en een enkele Polaris ventilator plus de voeding is dan kennelijk gewoon niet genoeg voor de Ryzen 5 plus GTX 1080. Opties genoeg weliswaar om de temperaturen te drukken, maar een X299 ITX bord zou ik niet op mijn wenslijstje zetten en je moet dus duidelijk even stilstaan bij jouw koeling setup.
Overigens is de logische vraag: waarom geen stock ventilatoren van In Win? Iets wat ze vaker doen overigens. Twee primaire argumenten: 1) liefhebbers kiezen toch liever hun eigen fans, en ITX cases als dit zijn puur voor liefhebbers, en 2) In Win heeft met de Polaris fans leuke dingen in handen, maar hun standaard assortiment op gebied van stock fans is niet denderend, of niet denderend genoeg om niet af te doen aan het plaatje wat de A1 neerzet. Begrijpelijke keuzes.
RGB Showcase
Case, twee fans en stock koeler in RGB chain, power on, en … check! Uiteraard speciale aandacht naar de RGB onderop, die ‘in het echt’ een stuk meer uitstraalt dan de foto doet vermoeden. Op de foto lijkt het alsof je de strip ziet, in de praktijk lijkt het transparante blok als geheel redelijk verlicht. Gezien het geheel aangestuurd wordt met Asus Aura Sync kunnen we ook software technisch niet klagen, al was het niet gek geweest als In Win net als Phanteks of Cooler Master de optie biedt om nadere RGB hardware direct aan de case te koppelen, en dat je vervolgens met een knopje bovenop alles in een kleur naar wens stelt.
Conclusie
In veel opzichten is de In Win A1 een typische ITX case: chique kwaliteit, ruimte genoeg voor wat de meeste mensen echt nodig hebben (maar niet veel meer) zoals een dikke GPU en stevige processorkoeler, en op op één of andere manier een opvallend voorkomen. Daarbij krijg je dan deeveneens typische ITX perikelen: een beetje puzzelen is met het inbouwen, voor high-power builds moeten nadenken over je airflow en wat extra fans moet kopen, en onder de streep ben je gewoon wat meer kwijt omdat.. wel.. je alles naar je eigen wensen wilt zetten met zo’n ding nietwaar? 200 euro voor een opvallende niche case met een stevige voeding erbij is dan echt niet gek.
Zoals vaker gaat het erom dat jij dit ding ziet en denkt ‘yes, dit is hem’, want geen van de objectief positief opvallende elementen (de praktische paneelsluitingen, relatief makkelijk bouw- en afwerkgemak (voor ITX in elk geval), handige Qi oplader bovenop (draadloos je telefoon opladen als ‘ie erop ligt is lekker, zeker gezien die blijft werken als de PC uit staat), het feit dat de voedingskabels het leven makkelijker maken dan met een losse voeding, en natuurlijk de afwerking van het geheel) zal jou overtuigen deze case te kopen als dit je smaak niet is. Net als dat kritische kanttekeningen zoals het ontbreken van standaard case fans je zal tegenhouden als dit je smaak juist wel is. Cruciaal is dat wanneer deze plaatjes je aanspreken dat de daadwerkelijke praktijkervaring en zaken als de afwerking kloppen, dat je wat moois in handen krijgt, en dat er echt wat van te maken valt. En ja, die vlieger gaat voor de A1 gewoon op.
Dan blijft het dus vooral de vraag of dit mensen gaat aantrekken, iets waarvan ik zelf denk dat de aspecten design, formaat, Qi charger en RGB van de A1 voor velen goed ontvangen zullen worden, maar dat er de nodige mensen zullen zijn die de forse hoeveelheid RGB juist gewoon een paar stappen te veel vinden; het ligt er in elk geval heel dik op (of eigenlijk: onder). Gedurfd is het in elk geval wel, want zoals vaker weet In Win weer echt iets anders op de markt te zetten. Gecombineerd met een goede uitvoering is dat dan ook niets om over te klagen: gewoon een andere, opvallende keuze voor de liefhebber van een maatje kleiner.
Vragen over onze reviews of de producten die we bespreken? Kom dan gezellig met ons kletsen op onze Discord server (gratis en geen installatie noodzakelijk). Een reactie mag natuurlijk altijd, of pest Ome Foritain (auteur, test-chef) of Tante Nadalina (baas, foto-heldin) op Twitter.
Enkele hogere res fotos voor de liefhebber, klikken voor de volledige versie: