Het hoofdstuk software slaan we over, want die hebben we niet nodig. Via een knop op je toetsenbord kan je de verlichting aan- of uitzetten, en in het geval van de Octane de kleur verwisselen. In de praktijk houden de verschillen tussen de toetsenborden daar bijna op; zowel in de aanslag als in de materialen voelen ze gelijkwaardig. Zoals bij het uitpakken genoemd heeft de Devastator een ietwat stuggere basis, maar tijdens het tikken is het lastig veel verschil waar te nemen. Beide zijn met hun typische membraan switches wat zacht in de aanslag, en bij agressief tikken geven ze beide iets mee waardoor het dan niet overdreven stille bordjes zijn. Wel liggen beide borden prima stevig op tafel, ongetwijfeld vanwege het feit dat beide borden richting de kilo aan zitten. Hoewel de toevoeging van mediaknoppen prettig is ontbreken wel enkele features die we bij luxere borden gewend zijn: n-key rollover en macro functionaliteit ontbreken, al heeft de Octane wel een deel anti-ghosting met de meest populaire knoppen, waardoor je niet direct wat tekort komt bij het gros van de games. Gecombineerd met de visuele aanpassingen toch best aardige upgrades boven standaard kantoor ramplanken.

Bij het werken met de muizen worden aanzienlijk grotere verschillen duidelijk, zeer positief in het voordeel van de Octane, maar even zo hard moet ik over de prestaties van de Devastator muis oordelen. Waar bij het uitpakken het hogere gewicht van de Devastator nog als kwalitatief voordeel leek te gaan tellen blijft daar in gebruik niets van over; de sensorprestaties laten (te) veel te wensen over en doen fysieke verschillen al snel vergeten. Laat ik voorop stellen dat ik best wel een fanatieke ‘muizer’ ben, en een gemiddelde gebruiker zal bij de Devastator niet direct wat opmerken; Een beetje kantoorwerk, een casual potje Sims, Diablo of Minecraft en het zal je vast een worst wezen. Ga je nader kijken dan kom je echter tot de conclusie dat de Devastator sensor op praktisch alle fronten tekort komt. Hoewel je er bij 1000 DPI wel op moet letten valt bij 2000 DPI op hoe agressief de ‘prediction’ is; zelfs met bewuste trillingen in mijn beweging maakt de Devastator er een mooie rechte lijn van en kijken we vervolgens naar de tracking van bochten dan zien we de duidelijke ‘trappen’ die de muis er van maakt. Een voordeel wellicht voor mensen met onrustige handen die ook eens rechte lijntjes willen trekken, maar funest als je denkt pixel-precies te gaat CS:GO’en. Daarbij voel je als muis fanaat dat de responsesnelheid van de Devastator achter blijft (125Hz vs 500-1000 van de meeste game muizen); je zal er mogelijk niet direct een vinger op kunnen leggen, maar leg er een luxere muis naast en je voelt het verschil onmiddellijk.



De loodrechte lijnen bij hogere DPI instellingen zijn een (over)duidelijke indicatie van ‘prediction’ bij de Devastator.

Pak je de Octane muis erbij dan is het opeens een heel ander verhaal. De muis is weliswaar wat lichter, maar ligt toch beter in de populaire palm-grip, reageert sneller, en laat wat sensorprestaties in eerste instantie weinig te wensen over. Ik zeg in eerste instantie, want je mist de instellingsmogelijkheden, en bij de meest extreme versnellingen lijkt de sensor wat achter te blijven. Ook lijkt de muis enige smoothing toe te passen om de ‘beperkingen’ van de toch wat budget sensor te verbergen. Dat is dusdanig fijn dat het lastig is om het met details te onderbouwen zelfs als je er bewust op probeert te letten, daarbij is het resultaat is een muis die in de praktijk gewoon lekker soepel voelt, en de bewegingen op het scherm neer zet die jij met je hand denkt te maken. Die combinatie is, zeker gezien het lage prijspunt, gewoon uitstekend. Hou er wel rekening mee dat de prestaties bij 500 tot 2000 DPI keurig zijn, maar dat hij daarboven duidelijk een stap terug doet. Nu biedt een DPI boven de 2000 weinig meerwaarde voor gamers, zeker gamers op een budget, dus ik reken het niet te zwaar aan.

De duimknoppen zijn, net als bij de Devastator, wel erg sponzig, maar de primaire knoppen voelen bij de Octane duidelijk scherper en sneller. Cooler Master spreekt van ‘betere switches’ en ‘10M’ clicks, maar noemt de naam Omron niet, wat aangeeft dat er vermoedelijk toch een minder bekende budget switch onder hangt. De knoppen van de Octane laten in gebruik echter weinig te wensen over wat betreft feedback en snelheid. Eigenlijk is het enige zichtbare of direct merkbare minpunt aan de Octane muis dat de verlichting van het scrollwiel altijd wit blijft, ongeacht de kleur die je kiest voor de ‘ogen’. Ondanks dat is het eigenlijk geen vergelijken: De Octane is wat muis betreft een veel betere muis.

Over Stephan
Stephan en Nada kennen elkaar dankzij online gaming en een liefde voor toffe tech. Tegenwoordig houden zij elkaar bezig met maken van reviews van computer hardware. Hun doel: Uitgebreide reviews die je een realistisch beeld geven van wat je van het product mag verwachten.