Backforce One Review – Degelijke Stoel met Verbeterpunten

Onlangs arriveerde de Backforce One bij ons op kantoor, een gaming stoel die in tegenstelling tot het gros niet uit dezelfde Chinese fabriek komt rollen, maar in Duitsland wordt geproduceerd. Hoewel menig gaming stoel ons wel aan wist te spreken wat vorm en comfort betreft hebben ze nu eenmaal een reputatie dat ze “duur” zijn voor de kwaliteit die je krijgt, dus een grote Duitse stoelmaker dacht dat zij dat beter zouden kunnen doen. De Backforce One belooft dus in eerste plaats een goede stoel te zijn waarbij het “gaming” element meer bijzaak is.

Een degelijkere stoel fabriceren in Europa is natuurlijk niet goedkoop, wat we ook terug zien in de prijs van de Backforce One: 537 euro en 64 cent is de minimale prijs die je kwijt bent inclusief bezorging naar Nederland. Daar mag je 24 euro bijtellen voor persoonlijke shoulder-tags, die zie je hier ook zo terug, of je mag er nog een kleine 150 euro bij optellen als je voor de Plus uitvoering gaat. Die is overigens niet groter, maar heeft een aanpasbare lumbar support, een tilt mechanisme in de basis, en dikkere, luxere armsteunen. Wij kijken vandaag naar het basismodel.

Eenmaal uit de grote doos is de Backforce One zo in elkaar gezet. Het zitvlak wordt met armleunen en al vast aan elkaar opgestuurd, waardoor je slechts 4 schroeven vast hoeft te zetten en de wieltjes in de basis hoeft te klikken om ermee te kunnen starten. Zo ben je dus praktisch binnen twee minuten klaar om te gaan. Toch zien we hier een verbeterpuntje voor Backforce, want de handleiding is echt ontzettend knullig gedaan; 10 plaatjes over hoe je de doos kan gebruiken om het bouwen makkelijker te maken, maar slechts een paar plaatjes over de stoel zelf die wat vaag zijn.

Wat direct op valt aan de stoel zelf is dat alle onderdelen echt ontzettend degelijk zijn. Sommige delen wijst de fabrikant al op, bijvoorbeeld dat de rugleuning intern ook een stevige laag hout heeft en hem erg degelijk aan doet voelen, maar andere onderdelen waardeer je pas wanneer je ze naast andere stoelen legt. Zo hebben de armleuningenveel minder beweging als je er aan trekt, niets piept of kraakt, de basis waar de wielen in zit in zwaarder en stugger dan gebruikelijk, en je merkt gewoon dat het een keurig gebouwd geheel is. Die lijn trekt zich door in de materiaalkwaliteit, dat zie je lastig op fotos, maar het materiaal en de afwerking is merkbaar beter dan de gemiddelde gaming stoel van 300 euro. Wij hebben hem natuurlijk nog niet zo lang, maar je krijgt de indruk dat dit wel even mee kan. De 10 jaar garantie die Backforce geeft versterkt dat gevoel, al valt “normal wear and tear” daar niet onder.

Dat gezegd hebbende, vergelijken we met andere stoelen in het hogere segment dan staat Backforce ook niet alleen. De ooit 550 euro kostende Razer Iskur, overigens met instelbare rugsteun, kost inmiddels nog zo’n 430 euro en die staat hier na bijna 2 jaar nog altijd sterk en doet hier niet veel voor onder. Ook de echt lederen alternatieven die rond die prijs te koop zijn mogen we niet vergeten, al hebben die weer niet de degelijkheid intern, plus de garantie van al die modellen is een stuk korter.

Feature technisch doet Backforce een paar dingen net wat anders dan de meeste anderen. Zo kan je bijvoorbeeld de arm steunen helemaal naar achteren wegklappen als je daar wat aan denkt te hebben. Ook hebben ze gekozen om een simpel, oplaadbaar LED lampje in de achterkant van de hoofdsteun te plaatsen; een leuk detail. Ook aan accessoires is gedacht, zo kan je op de website verschillende wieltjes of zelfs gliders bestellen. Zelf zou ik aanraden voor een paar tientjes skate wheels erbij te bestellen, dat loopt toch echt het lekkerste.

Een cruciale feature is de optie om je eigen labels op de schouders van de stoel te zetten. Standaard staat daar “Backforce” en “One”, maar voor 24 euro krijg je je eigen tekst en design meegestuurd. Een stukje personalisatie is natuurlijk harstikke leuk.

Het is echter ook de featureset die voor ons wat te wensen over laat, en vooral naar de Backforce One Plus laat kijken. Zo valt er voor de rest namelijk helemaal niet zo veel te verstellen aan de stoel: de zetel kan omhoog en omlaag, en de rugleuning kan wat naar voren of achteren. Daar blijft het bij. De Plus versie kan het zitvlak ook naar voren of achteren verstellen, en je kan hem ook een beetje tilten. Dat zou de stoel een stuk flexibeler maken om hem helemaal naar eigen wens in te stellen.

De Backforce One heeft een draaiknop aan beide kanten. Je kan zo de hoogte verstellen, de rugleuning verstellen, en de weerstand van de rugleuning aanpassen wanneer hij in de losse stand staat.

Nu was het te verwachten dat deze stoel voor mij met mijn 1m96 niet ideaal ging zijn, ze hebben het zelf over een ideale lengte van 1m51 tot 1m92, maar de stoel heeft een relaxte fit (oftewel, tot de geclaimde 130kg is geen enkel probleem) en relatief lange rugsteun waardoor hij an sich prima had kunnen passen bij lange mensen als het zitvlak wel naar voren had kunnen schuiven. De reguliere versie zonder die feature is helaas gewoon te kort voor iemand van 1m90+ met lange benen.

Vrouwlief met haar 1m77 heeft dat probleem uiteraard niet, deze lengte die mooi in het midden van de specificaties valt past wat dat betreft gewoon goed. Vergeleken met haar eigen Razer en de eveneens sportief gevormde Corsair T2 valt haar ook op dat deze stoel een stuk vlakker en relaxter zit, maar dat is natuurlijk smaak. Echter, iets wat zowel haar als mij op viel was dat de armsteunen niet hoog genoeg konden worden ingesteld. Ze misten voor zowel mijn als haar hoogte een centimeter of 2-3 om echt comfortabel rechtop te zitten: met een controller achterover relaxed gamen zit top, maar voor een werkhouding had die armsteun iets hoger gemogen. Ook hier zit enige mate van subjectiviteit in, maar we hebben tientallen gaming chairs kunnen testen hier en het komt niet vaak voor dat zij een dergelijk hard breekpunt vindt voor haarzelf. En ook dat punt brengt ons weer bij de Plus versie, want die heeft een hogere armsteun met daarbij ook nog eens een zachtere afwerking. We hebben hem zelf niet kunnen testen, maar het kan niet anders dan dat die dit probleem oplost.

Conclusie

De Backforce One weet op een aantal vlakken een echt uitstekende indruk achter te laten. Vooral wat bouwkwaliteit en afwerking betreft zijn we hier erg over te spreken. Het is een oerdegelijk ding vooral in die enorm belangrijke rugleuning en vergeleken met de typische gaming chair is het duidelijk een betere stoel. Ook het aanbod aan tal van leuke en anders-dan-andere kleurstellingen is positief, zo ook de optie om de armsteun weg te draaien voor liefhebbers van een vrij zitvlak, plus de gepersonaliseerde schouder tags en het LEDje in de hoofdsteun zijn mooie bijkomstigheden.

Toch laat de ervaring met dit basismodel wel wat te wensen over en kijken we met een scheef oog naar het Plus model. Zitcomfort is altijd subjectief, maar de Plus versie met zijn aanpasbare zitvlak zal zich makkelijker echt naar eigen smaak laten aanpassen dan het basismodel met vast zitvlak, en de hogere armsteun van de Plus versie was voor zowel mijzelf als de dame een harde eis geweest om deze stoel zelf permanent te kunnen blijven gebruiken; de standaard armsteun komt voor ons beide (plus enkele passanten) net niet hoog genoeg. We begrijpen dat de prijs hoger is vanwege de productie in Duitsland en de betere materialen, maar voor ca 550 euro hadden we meer aanpassingsopties verwacht om zelf 100% overtuigd te raken.

Kortom, we richten onze ogen zo vooral op de Plus versie. Dan zitten we inmiddels wel weer richting de 700 eur. Objectief veel geld, zeker in de gaming chair categorie, maar het basismodel ging een koper van een betaalbare gaming stoel (250-300 euro) toch al niet overtuigen dus Backforce moest het sowieso hebben van mensen die vooral een goede en niet zo zeer een betaalbare stoel zochten, en voor wie de gaming look praktisch secundair is. En voor een goede stoel is 700 euro zo gek niet eens. Vanuit dat perspectief zien we hier dus wel die uitstekende basis, en beelden we daar de betere armsteunen, het verstelbare zitvlak en de verstelbare rugsteun bij dan lijkt die Plus variant toch erg aantrekkelijk.

Een model welke we zelf niet hebben kunnen testen kunnen we natuurlijk niet blind aanraden. En “even proberen” is ook niet zo eenvoudig, op de website staan wel een paar locaties waar je ze kan testen maar daarvoor zal je naar Duitsland moeten rijden. En als je hem besteld en retourneert zit je al snel aan de tientallen euros retourkosten. Maar, al met al denken we toch dat die Backforce One Plus een model is om goed in het achterhoofd te houden als je verdrietig wordt van een typische gaming stoel, en overweegt om deze goede-stoel-met-gaming-look kant op te gaan.

Vragen over de producten die we bespreken? Aankoopadvies nodig of gewoon gezellig chatten met ons? Je vindt ons op:
– Onze Discord server voor chat en tech talk (gratis en geen installatie noodzakelijk).
– Techtesters YouTube
– Techtesters op Instagram
– Foritain op Twitter (auteur, test-chef)
– Nadalina op Twitter (baas, foto-heldin)