ASUS ROG Strix B550-E Gaming

Het topmodel van de ASUS B550 line-up is deze ROG Strix B550-e Gaming, een bord dat weliswaar geen WiFi in de naam heeft zoals de B550-F WiFi, maar dat overigens wel heeft. En het is die B550-F (ja, goed blijven opletten op het achtervoegsel) die we in deze review ook vooral scherp in de gaten gaan houden. Die kost namelijk 199 euro terwijl de op het blote oog redelijk vergelijkbare -E 269 euro kost. We kijken naar wat je daar voor terug krijgt.

B550 in a Nutshell

Een korte samenvatting van de B550 chipset in zijn algemeenheid, dit kan je overslaan als je al andere B550 reviews hebt gelezen. B450 was dé chipset voor PC bouwers die een betaalbaar doch goed moederbord zochten voor hun AMD Ryzen CPU, en X570 dé chipset voor high-end builds waarbij je PCI Express Gen 4 wilde hebben of meer-dan-gebruikelijke featuresets. Denk aan extreem dikke VRMs voor overclocking, multi-Gigabit ethernet, etcetera.

B550 borden vallen daar tussenin. Zo krijg je met B550 moederborden in tegenstelling tot B450 wél ondersteuning voor PCIe Gen 4, maar niet voor even veel devices als X570. B550 krijgt de optie voor één PCIe Gen 4 videokaart. Maar met de dood van SLI en Crossfire lijkt ons dat prima, zeker gezien de positieve keerzijde hiervan is dat een chipset fan niet langer nodig is en de meeste B550 borden dan ook geen fan op het bord hebben zitten. Ook de featuresets, oftewel het aantal aansluitingen en extra opties, de prijs, en de VRM designs zullen er grotendeels tussenin zitten. Uiteraard met wat onvermijdelijke overlap, maar omdat B550 nieuwer is dan X570 zal je zien dat sommige features waar recentelijk wat aandacht voor is geweest zoals snellere LAN headers en WiFi 6, soms makkelijker om B550 te vinden zijn dan op X570.

De belangrijkste reden om B550 te overwegen boven B450 is de ondersteuning in de toekomst. B550 biedt ondersteuning voor de 3000-series Ryzen CPUs, maar ook voor de aankomende Zen 3 CPUs, vermoedelijk later dit jaar als we de geruchten mogen geloven. Er is nog de nodige onduidelijkheid over Zen 3 en oudere chipsets, maar de ondersteuning van B550 is voor die serie al toegezegd. B550 verliest echter support voor oudere 1000- en 2000-series Ryzen CPUs, en op 3000-serie APUs zoals de 3200G en 3400G gezien die feitelijk op 2000-series gebaseerd zijn. Dat klinkt jammer, maar gezien de prijzen van B550 borden en CPUs zoals de Ryzen 5 3600 vinden we oudere Ryzen CPUs eigenlijk zo interessant niet meer.

De vraag in hoeverre X570 een extra investering waard is is relatief makkelijk te beantwoorden: je wilt ‘meer’. Meer dingen die de aankomende B550 borden niet gaan bieden. Vooralsnog lijken zaken zoals fysieke knoppen voor testbench gebruik bijvoorbeeld nog niet op B550 borden te zitten. Als je wilt overclocken heb je overigens niet per sé X570 nodig, menig B550 bord bied vergelijkbare functionaliteit.

Design en Features

Op het blote oog lijken de twee Strixjes aardig op elkaar. We zien wat kleine verschillen, maar je moet er echt op letten. ASUS leunt soms best graag op hun net wat dikkere uitstraling, en terecht overigens, en ook dit is weer een prachtig bordje om te zien. Het is subjectief en ik weeg het niet in het resultaat, maar ik krijg hier wel “hebben!” neigingen van. Maar goed, de B550-F biedt praktisch dezelfde look natuurlijk en de B550-E moet het dus echt van extra features hebben.

De featureset is grotendeels gelijk: je krijgt 2x M.2 sloten, beide met heatsink, 6 SATA headers, 6 FAN headers, 1 aRGB header en 2 RGB headers, high-end audio, 2 USB 2.0 headers intern en 1 USB 3.0 header intern. De B550-E komt echter wel met een USB Type-C header, iets wat de B550-F ontbreekt. Gelukkig maar, want het ontbreken daarvan had op dit prijspunt niet gekund (kuch, Gigabyte). Voordat de dames en heren bij Asus nu al te gretig deze veer in hun derriere plaatsen: eigenlijk had de B550-F dat al gewoon moeten hebben net als de MSI tegenhangers, maar het zij zo.

Voor een serieuze onderscheid kijken we dan naar de enthousiast features, maar die zien we toch niet echt.Wel krijg je hier een postcode erbij, maar geen fysieke knoppen (dat is alleen een high-end ding kennelijk), of extra features of headers voor overclockers of waterkoelers.

Rear IO is hier wel iets anders. Nog altijd krijgen we een totaal van 8 USB poorten, inclusief bios flash optie, 2,5 Gigabit LAN en WiFi 6, maar hier dropt ASUS de optische uitgang voor een audio-USB Type-C header. Deze is bedoeld om betere audio te leveren aan een USB Type-C hoofdtelefoon, maar ik zie (correctie: hoor) niet wat nu echt de impact is van deze poort ten opzichte van de andere. Dit is iets wat we rustig moeten uitpluizen om te zien of er toch iets zinvols over te schrijven valt, maar waar we vooralsnog geen echte harde meerwaarde aan hangen. In theorie kan je er ook andere apparaten op aansluiten, maar let op, het is slechts een USB 2.0 poort.

Overzicht Headers

Let op, hierbij tellen we alle aansluitmogelijkheden mee die je bij je aanschaf krijgt, dus inclusief extra’s. Denk aan de M.2 kaart van MSI, of de extra Fan en RGB kaartjes van Gigabyte en ASUS.

Stroomvoorziening

De stroomvoorziening is uiteraard ook wat dikker, want je kan verwachten dat je voor elke paar euro erbij een VRM upgrade krijgt. De 12+2 phase setup van de B550-F is hier geupgrade naar 14+2, want eigenlijk gewoon gestoord is voor een mid-range chipset. De mate van overkill maakt niet echt zolang het maar overkill is, en zelfs met een (PBO) overclock op de Ryzen 9 3900X komen we de 60 graden niet te boven. Dat is gewoon heel, heel dik in orde, want pas rond de 100 graden gaan we ons zorgen maken.

Het brengt ons echter bij de bekende vraag: is dit nou echt nodig? De 12+2 setup van de B550-F was al onnodig kracht, en de B550-E lijkt dus vooral dikker zodat ASUS er in VRM temp grafiekjes beter uit ziet. Ik weet dat fabrikanten graag willen winnen, maar die winst geeft bovenal een verdraaid beeld van wat echt beter is. Wat jij moet weten: een Ryzen 9 3950X met OC gaat hier ook uit de voeten kunnen, en dat is helemaal prima, zeker gezien menig X570 bord het in deze prijsklasse slechter doet

Naast de iets dikkere B550-E (rechts), die wel van een Type-C header en hex display is voorzien.

Conclusie

Uiteindelijk kijk ik een beetje met gemengde gevoelens naar de ROG Strix B550-E Gaming, net als bije alle andere B550 borden boven de 200 euro overigens. Aan de ene kant is het een echt uitstekend moederbord, met een ruime featureset voor de meeste gebruikers, dikke VRMs, en een goede prijs vergeleken met X570 alternatieven en met duidelijke feature-meerwaarde boven B450 alternatieven.

Aan de andere kant blijft het aardig geld, en kijk ik naar de B550-F die hier niet veel voor onder doet. Als ASUS daar nu Type-C op had gezet was dat het ideale 200 euro bord geweest. Maar nu moet je ca 70 euro meer betalen voor WiFi 6, nog dikkere VRMs, een hex display en dus die USB Type-C header. Op zich is dat geen uitzonderlijk plaatje, maar toch, het ideale bord had in het midden gelegen en nu voelt het alsof de duurdere B550-E vooral “wint” omdat goedkopere borden bewust wat inhouden. Een win by default dus, al had ik toch liever wat echte enthusiast-class extra’s gezien, denk aan power buttons, extra OC tools of headers voor waterkoeling, maar daarvoor kom je toch echt bij ROG Crosshair borden uit in de X570 lijn.

Ik blijf erbij dat 200 euro de sweet-spot is voor B550, maar ik kan mij ook voorstellen dat je toch liever iets meer betaald voor een ASUS, hun bios en hun software. Dat is nu eenmaal de realiteit voor velen. Als je vervolgens hét meest complete ASUS B550 bordje zoekt omdat je wél klaar wilt zijn voor Zen3 en nieuwe PCI Express Gen 4 producten, maar niet wil betalen voor de extremere features van de X570 alternatieven, dan kan je simpelweg niet om deze ROG Strix B550-E Gaming heen en haal je daar ook een goed moederbord mee in huis:

Vragen over de producten die we bespreken? Aankoopadvies nodig of gewoon gezellig chatten met ons? Je vindt ons op:
– Onze Discord server voor chat en tech talk (gratis en geen installatie noodzakelijk).
– Techtesters YouTube
– Techtesters op Instagram
– Foritain op Twitter (auteur, test-chef)
– Nadalina op Twitter (baas, foto-heldin)