MSI B360 Gaming Pro Carbon review
De ogenschijnlijk gehaaste introductie van de Coffee Lake processoren en de daarvoor (tot vandaag) benodigde Z370 chipset zal bij velen wat boze blikken richting Intel hebben bezorgd. Of het een schrikreactie was op AMD hun Ryzen launch zullen we nooit hard kunnen bewijzen, maar er zijn genoeg twijfelachtige zaken geweest: beschikbaarheid van alle processoren was lange tijd dramatisch, enkele beloofde nieuwe zaken bleken toch niet in het Z370 chipset te zitten, en pijnlijk voor iedereen die geen i5-8600K of i7-8700K overwoog: moederborden met minder luxe chipsets waren er niet.
Tot vandaag, launch day voor de H370, B360 en H310 chipsets, waarmee Intel die laatste twee pijnpuntjes uit de wereld zou moeten helpen. We legden onze handen op drie B360 borden van Asus, MSI en Gigabyte, en een H370 bord van Asus. In deze review richten we ons op de MSI B360 Gaming Pro Carbon. Voor de goede orde, deze moederborden zijn geschikt voor Intel Core i7-8xxx, i5-8xxx en i3-8xxx processoren, plus aanstaande Pentium G5xxx en Celeron G4xxx modellen. De x mag worden vervangen door verschillende nummers.
Prijzen zijn ons op dit moment nog niet bekend, verwacht een korte toevoeging onderaan de conclusie zodra wij definitieve prijzen weten. We begrijpen dat deze en andere moederborden met de nieuwe chipsets redelijk verkrijgbaar zouden moeten zijn vanaf deze week, maar hou een slag om de arm.
De nieuwe chipsets in vogelvlucht
Dit hoofdstuk is voor elk van de B360 borden die we vandaag reviewen identiek, sla gerust over als je een andere al hebt gelezen.
Een kort overzicht van de chipsets op papier:
We zien een aantal bekende verschillen tuzzen Z en H/B chipsets uit vorige generaties terugkomen: je hebt Z370 nodig als je je processor wilt overclocken, als je je werkgeheugen wilt overclocken (inclusief XMP profielen boven de 2666MHz wilt gebruiken), en als je SATA of PCIe RAID wilt gebruiken heb je Z370 of H370 nodig; B360 en H310 missen die optie. Hoewel de specs doen vermoeden dat je per sé Z370 nodig hebt voor dual-GPU setups is dat niet het geval; PCIe lanes komen ook uit de CPU zelf. Dat gezegd hebbende: in onze optiek is SLI en CF dood voor gamers op zoek naar een nieuw computer.
Opvallend, en tekenend voor de Coffee Lake launch, is het feit dat de lager gepositioneerde ‘nieuwe’ chipsets ook feature voordelen hebben boven hun high-end broertje. Zo is er Integrated Intel Wireless-AC support (CNVi) wat de toepassing van snellere WiFi chips mogelijk maakt, en zien we dat B360 en H370 ‘echte’ USB 3.1, oftewel Gen.2, ingebakken hebben op de chipset.
De reden waarom we de chipsets ‘in vogelvlucht’ bespreken is dat de praktische impact in zijn algemeenheid heel lastig te bepalen is. Zo hebben veel Z370 borden uiteraard gewoon USB 3.1 (Gen.2) erop zitten met behulp van extra controllers. Gegevens als ‘maximum aantal USB poorten’ of PCIe lanes zegt onder de streep gewoon niet genoeg: je zal altijd moeten kijken naar de exacte featureset van borden die je overweegt.
Het enige wat vast staat is het overclocken, als je een K-series unlocked CPU koopt zoals de i7-8700K, i5-8600K of i3-8350K dan mis je kansen op een B- of H- moederbord. Eigenaren van die processoren winnen dan ook nog iets met sneller werkgeheugen, 3000MHz geheugen kost in de praktijk zelden meer dan 2666MHz varianten, maar dat verschil is gering genoeg dat we zelden zouden adviseren een Z370 moederbord te pakken enkel voor geheugen overclocks.
De praktische impact van PCIe en SATA RAID vinden we ook niet heel spannend, niet voor de massa in elk geval. Net als vorige generaties lijkt de B-serie chipset, B360 dus, de interessante middenklasse chipset en lijkt de H370 chipset een beetje in een niche hoek te vallen.
Specificaties
Wordt ZSM ingevuld aan de hand van de (online komende) productpagina’s.
Uitpakken
Doosje, boekje, moederbordje (Wel zo handig toch?), zwart I/O shield, draak-casebadge geval, twee SATA kabels en een RGB strip verlengkabel.
Oftewel: Geen antennes dus geen WiFi chip erin, en geen SLI bridge want SLI support ontbreekt.
Bouw en features
Het “Gaming Pro Carbon” concept is niet bepaald nieuw: veel zwart, wat witte en grijze details, en een carbon afwerking van enkele onderdelen. De uitvoering wordt telkens wel wat beter, want de B360 ziet er bijvoorbeeld een stuk beter uit dan de Z170 Gaming Pro Carbon variant. Nieuw in deze generatie: wat extra witte lijntjes. Kleur neutraal blijft het in elk geval wel.
Vergeleken met de Z370 GPC is het iets meer ingetogen, zo zijn de RGB elementen voorop verdwenen; enkel de RGB rand onderop blijft nog. Daar heb je echter wel een case voor nodig om het te showen, want op een testbench blijft daar maar weinig van over. Algehele afwerking hangt een beetje tussen Asus en Gigabyte in: Gigabyte blijft m.i. achter met een bruin PCB, Asus is net wat strakker afgewerkt. Naar verwachting zal de prijs er echter ook tussenin hangen. Een onaantrekkelijk bord vinden we het zeker niet, en we moeten de opmerking maken dat in een typische build de verschillen een stuk minder zichtbaar zullen zijn.
Twee M.2 sloten vullen het midden. Afwerking in de vorm van een heatsink ontbreekt.
Een rondje langs alle aansluitingen. We beginnen links onder en gaan tegen de klok in: Front audio, RGB header, addressable RGB header, twee (van de vijf) fan headers, twee USB 2.0 headers, zes SATA headers, USB 3.0 en een Type-C header, rechtsbovenin nog wat (van de vijf totaal) fan headers en een opvallende Corsair header voor Lightning Nodes van Corsair rechtsbovenin.
Zaken als een hex error display en fysieke knoppen ontbreken, maar dat noemen we toch een gebalanceerde line-up. Wat het bord mist in RGB in het zicht compenseert het in elk geval aardig met de extra LED opties via headers.
Het I/O deel vinden we ook netjes in balans. Acht USB poorten totaal, waaronder USB 3.1 Gen 2 en een Type-C header, naast een optische uitgang. De twee B360 concurrenten in de grafiek bieden ook DVI welke deze moet missen, maar of dat echt een gemis is moet je zelf bepalen.
UEFI
Eigenlijk zien we van de grote vier binnen Nederland geen slechte biossen meer. Zoeken naar functionaliteit die je echt mist is een zinlose exercitie, het meeste spreekt wel voor zich, en de laatste keer dat ik een issue had met het flashen of iets anders kan ik mij niet bijhalen. We geven Asus normaliter net de winst in bios look, feel en aantal opties, maar MSI blijft netjes bij. Zo zien we bijvoorbeeld dat ze ook het handige trucje hebben toegevoegd waarbij je op moment van opslaan even wordt herinnert aan alle settings die daadwerkelijk veranderd zijn. Kleinigheidje, maar het is wel heel fijn.
Testmethode
Voor Intel B360 en H370 hebben we een extra setup gemaakt waarbij we wat verbeteringen hebben doorgevoerd voor de consistentie, deze worden dus onderling vergeleken en niet met Z370 moederborden. Dat gezegd hebbende: wanneer we een Z370 bord door deze test halen zien we geen spannende verschillen en verwacht ook niet dat je systeem (overclock terzijde) opeens harder gaat met een andere chipset.
Let op: het is mogelijk dat je op foto’s soms andere onderdelen ziet. Het testen doen we met consequent dezelfde onderdelen maar soms moeten borden op de foto terwijl een ander aan het testen is, en onze voorraad is niet oneindig.
Intel B360 en H370 moederborden worden getest met een verse retail Intel Core i7-8700K: 6 Cores, 12 Threads.
De voeding is afkomstig uit de stallen van Seasonic in de vorm van de Focus Gold 650W. Met deze nieuwe units heropende ze de aanval op het middensegment van goede, betaalbare PSU’s, en ze laten bij ons vooralsnog niets te wensen over.
Geheugen komt van Corsair in de vorm van 16 GB Vengeance RGB 3000 MHz, zij het op 2666MHz afgesteld vanwege chipset beperkingen.
Omdat de Intel Core i7 8700K een ingebouwde GPU heeft maken we voor het testen van moederborden in deze serie geen gebruik van een GPU.
Voor opslag maken we gebruik van een Samsung 860 EVO SATA SSD.
Alle systemen worden met een schone Windows 10 Pro x64 installatie getest op onze trusty Cooler Master test bench zoals je hieronder ook zal zien.
We maken gebruik van de laatst beschikbaar gestelde bios op moment van testen. Om eventuele invloeden van ‘handige’ snelheidsverhogende features tegen te gaan, vrijwel elke fabrikant biedt wel iets van een multi-core boost verbetering, gaan we uit van optimised default instellingen met de baseclock en core multipliers vastgesteld volgens Intel specificaties, en met vaste instellingen van het werkgeheugen.
Voor prestaties richten we ons primair op Passmark en Cinebench 15, twee populaire en vooral ook consequente benchmarks. Binnen Cinebench kijken we naar multicore en single core performance en de invloed van de tuning van het moederbord daarop , en bij Passmark primair naar de CPU en Memory benchmarks. Die laatste test weliswaar het geheugen, maar bij een vast profiel kunnen we wel de invloed van het moederbord op de geheugenprestaties vaststellen.
Daarnaast kijken we naar een aantal verschillende AIDA64 benchmarks. Binnen deze zien we veelal iets meer schommelingen bij herhaaldelijk testen, maar met meerdere runs per benchmark balanceert het aardig uit. Feitelijk gaat voor alle benchmarks op dat we pas echt conclusies kunnen trekken als de prestaties meer dan een procent of twee, en dan consequent tussen benchmarks, afwijken. Per benchmark run zelfs op een enkel moederbord is een dergelijke afwijking per run niet meer dan gebruikelijk.
De render test (Blender, BMW benchmark) waarbij alle cores hard aan het renderen gezet worden geldt ook als een pittige CPU belasting en bij gelijke CPU en RAM weegt dan geheel op het moederbord; een praktische, zwaar wegende test.
Wat betreft het verbruik gaan we primair kijken naar het idle verbruik, oftewel wat verbruikt het systeem als je deze simpelweg aan laat staan, op onze Voltcraft 450PRO. Voor load verbruik pakken we het gemiddelde verbruik tijdens de Blender benchmark; een indicatie van intensief real-world load verbruik.
Prestaties
Resultaten van de benchmarks:
Als je eerdere moederbord reviews hebt gelezen weet je wat mijn reactie hierop is: boring. Moederbord testen is saai, de resultaten zijn saai, en het enige waar we eigenlijk op kunnen hopen wat vermaak betreft is dat een bord gewoon grote fouten maakt of in rook opgaat of iets dergelijks. Op prestatievlak is er gewoon weinig onderscheid te maken als je ze met gelijke instellingen test, oftewel de bekende trucjes om net even beter te scoren ‘out of the box’ vangen we daarmee op. We zien wel wat kleine schommelingen, en wat producten die het gemiddeld net even beter of slechter doen, maar met een enkel sample van elk bord is het zelfs redelijk aannemelijk dat bij een hertest op compleet nieuwe samples de resultaten compleet andersom zouden kunnen zijn.
De belangrijkste leer die we er toch uit moetentrekken is dat het vanuit het praktische perspectief weinig uit maakt voor de prestaties wanneer je een moederbord met gelijke settings. Een procent in een grafiek valt simpelweg weg tegen verschillen in features of looks, dus laat vooral die laatste twee bepalen wat je wilt kopen.
Waar we nog wel verschil zien is het stroomverbruik. Idle verbruik ontloopt elkaar allemaal weinig, maar de Asus en Gigabyte ontlopen elkaar veel onder volle belasting. MSI zit dan ‘netjes’ in het midden.
Conclusie
(vast B360-H370 verhaal, skip als je de andere twee reviews hebt gezien) De komst van de B360 en H370 chipsets is een mooie winst voor de consument. De toevoeging van geïntegreerde USB 3.1 en WiFi-AC support zijn op zich leuk en voor sommigen wellicht helemaal geweldig, maar vooral het feit dat we nu niet-overkill borden te zien krijgen voor interessante processoren zoals de i3-8100, tegenwoordig een echte quad-core, en de niet-overclockbare i5 en i7 modellen is waar het natuurlijk echt om draait. Met 8e generatie zette Intel al echte prestatie-upgrades op de markt, maar nu zijn die dus ook mogelijk zonder onnodig geld te spenderen aan duurdere chipsets die zaken bieden die je niet gebruikt.
Zonder inzicht in de prijzen van deze en andere nieuwe modellen blijft het natuurlijk gissen naar wat het beste advies is, maar de prestatieverschillen verklappen al dat onze visie over hoe je een geschikt moederbord uitzoekt niet anders is dan voorheen:
– Kies welke features je nodig hebt
– Bedenk welke features je eventueel verwacht in te kunnen zetten in de levensduur van je build (en kijk realistisch gezien niet verder dan 5 jaar)
– Pak een aantrekkelijke aan de betaalbare kant van je resultaten, of voeg eventueel wat budget toe om de uitstraling (of toch die gekke extra feature) te krijgen die je kan waarderen.
Dat klinkt op zich eenvoudig, ware het niet dat benodigde features bepalen best tricky kan zijn. Hoeveel fans heb je nodig, hoeveel opslag verwacht je te gebruiken, en heeft dat super budget moederbord dat je voor ogen hebt wel de stroomvoorziening voor je i7-8700. Antwoord op alle vragen in één review is gewoon niet mogelijk.
Van de vier tot dusver geteste borden is de basis in elk geval goed: stroomvoorziening capabel voor alle geschikte non-overclocking processoren, top-end ALC1220 audiochip, ruimte voor twee M.2 SSD’s en/of zes SATA apparaten, en een I/O layout die voor de meeste toch voldoende opties zal bieden inclusief USB 3.1 Gen 2 en Type-C uitgangen.(/vast B360-H370 verhaal)
Om een B360 koper te overtuigen zal een bord een balans moeten bieden tussen features, looks en prijs. En precies wat die balans betreft vinden we de MSI B360 Gaming Pro Carbon vergeleken met de anderen in de grafiek toch sterke kaarten hebben. Vergeleken met de Gigabyte B360 Gaming 3 mist deze MSI wel WiFi (al zal er vast een -AC variant op dit model komen), maar de kleurstelling is hier lekker neutraal, MSI heeft een zwart in plaats van bruin PCB (dat voelt toch echt een stuk meer budget), Gigabyte mist een optische uit en DisplayPot, en we vinden de GPC ‘dik’ genoeg om in een build met veel glas verwerkt te worden. Vergeleken met de twee andere B360’s heeft MSI ook naast de RGB header nog een addressable RGB header, Corsair integratie header en belangrijker: extra USB 2.0 header intern en een Type-C header; stevige praktische plusjes. We zien elders weliswaar nog een zesde fan header, maar we betwijfelen dat je met de vijf op dit bord in een typische B360 bord te kort gaat komen.
Wat uitstraling en afwerking betreft moet de MSI B360 GPC in onze optiek zijn meerdere erkennen in de Asus B360-F Gaming. De Gaming Pro Carbon is heel leuk, maar dat het nog dikker en strakker kan zien wel bij Asus. Echter als de prijzen van de MSI Z370 GPC en Asus Z370-F Gaming iets van een uitgangspunt zijn, daar zit zo’n 25 euro tussen, dan valt te verwachten dat Asus een stuk duurder uit zal pakken, terwijl de MSI het wat features en aansluitingen betreft toch beter doet. 25 euro op een Z370 moederbord uit de hoge-middenklasse is significant, 25 euro op een B360 bord zal nog flink zwaarder wegen.
In deze line-up van focusmodellen van drie van de vier grote fabrikanten pakt MSI dus een objectief nette positie. De vraag zal echter zijn hoe de prijzen uit gaan pakken, en dan niet alleen onderling maar vooral ook vergeleken met de huidige Z370 line-up; iets oudere borden zijn in de regel al wat in prijs gezakt. We weten niet exact wat dit spul allemaal gaat doen, maar we zouden niet gek staan kijken als de prijzen van de meeste B360 borden toch wat tegen vallen. Daar kan je één en ander van denken, maar gezien het feit hoe veel krachtiger Coffee Lake builds zijn dan vorige generatie blijft het sterk spul. We vermoeden dat je iets gaat kunnen besparen met deze goedkopere chipset (en als je niet gaat overclocken of geen extreme build hebt is er geen reden om dat niet te doen), maar we blijven terughoudend en zullen alle ontwikkelingen even af moeten wachten.
Hoe dan ook, terug met de aandacht op de drie modellen waar elk van de fabrikant nadrukkelijk hun eerste aandacht op wilden leggen: we zien de MSI Gaming Pro Carbon net wat meer features bieden zonder te overdrijven, en net wat aantrekkelijker zijn (o.a. met zwart PCB) zonder te overdrijven. Als ze nu zorgen dat de prijs niet gaat overdrijven maakt dat dit bord een hele interessante voor leuke mid-range game pc’s.
Samengevat
Degelijke basis voor elke CPU inclusief een i7-8700. Sterke punten: Stevige featureset met goede audio, optical out, 2x M.2 en 6x SATA, vijf fanheaders wat normaliter zal voldoen, USB 3.1 en Type-C header, intern twee USB 2.0, USB 3.0 en een Type-C uit, plus de nodige RGB headers; weinig echte zwakke plekken tenzij je WiFi nodig hebt. Uitstraling is ook netjes in orde, luxer kan, maar zal je normaliter nog meer kosten. Al met al een goede balans van zaken.
Enkele hogere res fotos voor de liefhebber, klikken voor de volledige versie: